DEESJE BEKRONINGEN! W BiETROfPEL FANOY KINDERBOEKEN 6 mm mm kinderboekenweek Ad de Jong MET DE ZILVEREN GRIFFEL MET DE ZILVEREN Nieuwe Burg 28 en Walplêin Middelburg Deesje door Joke van Leeuwen Bekroond met de Gouden Griffel en Gouden Penseel Querido, 1985 Prijs: ƒ28,50 Leuk boek. Spannend ook, maar vooral leuk. Op de eerste pagina komt uit de krabbels en schetsen op een tekenvePn meisje te voorschijn: Deesje. Hoewel op de volgende pagina allemaal hoofden schreeu wen dat ze ook in het verhaaltje willen, heeft Deesje het pleit al gewonnen. Het verhaal begint meteen goed. Omdat de eeuwige verbouwing me uit het hart gegrepen is en om de eenheid van tekst en tekening te laten zien die Joke van Leeuwen toepast, een citaat van een hele bladzijde: Deesje was verreweg de jongste thuis. Ze had een vader en twee grote broers, Sam-Jan en Jan-Sam. Die waren altijd bezig. Ze timmerden smalle latjes tegen het plafond. Na een tijdje haalden ze die er weer af. Dan timmerden ze brede latjes tegen het plafond. Ze haalden het behang met stippeltjes van de muren en plakten er behang met streepjes op. Na een poosje haalden ze het behang met streepjes eraf en plakten er behang met stippeltjes op. Zo bleven ze bezig. Deesje deed niet mee. Deesje zat liever op haar kamertje te doen waar ze zelf zin in had. Aan tafel praatten ze altijd over behang en latjes en dat soort dingen. Deesje wilde liever over andere dingen praten, maar dat ging zo moeilijk, (volgen de tekeningen): Het verhaal loopt voortdurend zijpaden op die Joke van Leeuwen dankbaar gebruikt om te illustreren. Of I misschien is het wel andersom en zijn de tekeningen er al en gaat het verhaal daar vervolgens naartoe. De I tekening uit Deesjes Wieweetwatwaarboek van het I mannetje met de pandjesjas dat op de wereldbol zit en naar de sterren kijkt, is in elk geval tot de verbeel ding sprekend. Om een voorbeeld te noemen. Als een boek bevalt is het maar het beste om te citeren, dan komt alles vanzelf over. Bijvoorbeeld over Deesjes vader: Elke avond kwam hij Deesje welterusten zeggen, eventjes vlug, met een zoen en een aai over haar hoofd. Anders zou hij teveel van de televisie missen. De televisie is steevast: het kijken naar de Grote Avonturen uit Amerika. Deesje zat zo vaak alleen op haar kamer, vond vader. Hij had haar dingenschrift laten zien aan een mevrouw die 'kinderkunde' had gestudeerd. Het gevolg: Deesje moet naar een gezellig gezin. Dat is goed voor haar. Ze moet naar een halftante met de trein. Halftantezat met een stippeltjesjas op haar te wachten, op het station. Het gaat mis. En ze raakt ook het briefje kwijt met het telefoonnummer van halftante. Op zoek naar halftante komt Deesje op de afdeling Verloren en Gevonden, waar Deesje het volgende gesprek heeft: 'Tja, alle portemonneetjes komen hier leeg binnen. De mensen hebben geld nodig. Portemonneetjes in de vorm van een schele beer hebben ze echt niet nodig'. f*PP/V WOU WAT pappa, HOOR pappa orvJCEN WAT WAT WOU MAAR N IET oktober advertentie 'Ja, maar halftante zat er ook in', zei Deesje, 'ik ben halftante kwijt.' 'Ga dan eens kijken achter de rode deür', zei de meneer. 'Dat is linksaf als je weer in de hal staat naast de telefoons. Dètar zit de afdeling* Levend en Wel.' Leuk toch? Wat er met Deesje gebeurt, is natuurlijk dramatisch, maar daar wordt in het verhaal niet over gezeurd. Het verst gaat Joke van Leeuwen nog als Deesje door een haaibaai van een vrouw uit het station wordt geplukt. Deesje wil zeggen dat ze een vergissing maakt, maar krijgt geep kans. De mevrouw baast haar een bus is. En Deesje: Ik heb het niet gezegd, dacht Deesje. Ik wou het zeggen. Ik heb geprobèèrd om het te zeggen. Maar ik heb het niét gezegd. De angst zou me door de keel gieren: een bus met vreemde kinderen die ik-weet- niet-waar-naartoe gaat. Maar Deesje is dapper genoeg om door de bus naar voren te lopen en nog een, angstige-dat wel, poging te wagen. Ze wordt meteen weer naar haar plaats gesnerkt. Deesje verzeilt van de ene situatie in de andere, maar dat moeten de kinderen zelf maar lezen. Nog een paar dingetjes. Als ze eindelijk een stippeltjesjas vindt, draait een onbekende vrouw zich naarhaartoe en zegt: 'Oe saloe'. En: 'Alegewale in die troppel'. Dit wordt later verwerkt in een van de twee dromen die Deesje achter elkaar droomt, vriendelijk en toch eng getekend. Ik lees en kijk natuurlijk met volwassen ogen. Als kind las ik alleen heel spannende boeken, met titels als Schot in de nacht, Schoener in de mist, Het mysterie van de Popocatepetl. Een boek als Deesje zou ik als 'te kinderachtig' of misschien als 'meisjes boek' hebben laten liggen. Nu denk ik: dan heb je toch iets gemist. Of er waren destijds niet van die boeken, dat kan ook. Deesje is een goed boek. Ik moét dan ook nog een keer citeren. Laten we zeggen: voor degenen die nog niet overtuigd zijn. 'Ik heb je gevonden', zei de deneer. 'Ik ben hekkesluiter. Ik doe s avonds overal a"e hekken dicht. Dat willen de mensen, dan voelen ze zich veiliger. Alleen mijn eigen hek, dat doe ik nooit dicht. Je weet maar nooit wie er langs komt....' (Hekkesluiter denkt dat Deesjes ouders haar bij de vuilnisbakken hebben gezet. En Deesje durft niet te Ze9gen dat dat niet zo is).Maar dan stuurt hij me Misschien weer weg. En het is midden in de nacht. Dar? ben ik helemaal alleen. En alle hekken zitten dicht.' fVan Boeken Kri\gj l-!e Nooit Geno Joke van Leeuwen, Willem Wilmink en Max Velthuijs krijgen goudl. Gouden griffels en Penselen zijn bestemd voor Nederlandse^ schrijvers en tekenaars en uit het Nederlandse boekenaanbod koos de jury het boek Deesje van Joke van Leeuwen en Willem Wilmink's Waar het hart vol van is uit voor een Gouden Griffel. Het boek Klein- Mannetje vindt het geluk van Max Velthuijs wordt bekroond met de Gouden Penseel. Klein-Mannetje is een uitgave van De Vier Windstreken/Leopold. Willem Wilminks boek, dat geïllustreerd is door Waldemar Post, wordt uitgegeven door Van Holkema Warendorf en Joke van Leeuwens Deesje is een uitgave van Querido. Het boek is geïllustreerd door Joke van Leeuwen en ze heeft dat zo mooi gedaan, dat het boek ook nog eens wordt bekroond met een Zilveren Penseel! Tan Koide (vanaf 4 jaar) Klop, klop wie is daar? (Gottmer, illustraties van Yasuko Koide, vertaling Martine Schaap. Colin Thiele (vanaf 8 jaar) Stormboy. Een leven in de wildernis. (Meulenhoff Jeugd) illustraties Juul van den Heuvel, vertaling Tjalling Bos. Mensje van Keulen (vanaf 9 jaar) Tommie Station (Querido) illustraties Willem van Malsen. Ulf Stark (vanaf 10 jaar) Doldwazen en druiloren (Lemniscaat), vertaling Emmy Weehuizen. Aidan Chambers (vanaf 11 jaar) Tirannen (Querido), vertaling Nan Lenders. Uri Orlev (vanaf 11 jaar) Het eiland in de Vogelstraat (Fontein) vertaling Tamir Herzberg. Humphrey Harman (vanaf 13 jaar) Verhalen voor een Afrikaanse koning (Bert Bakker) vertaling Helen Knopper. Hans Peter Thiel en Marcus Wiirmli (informatief vanaf 9 jaar) Italië (Gottmer) illustraties Ilse en rudolf Ross, Nederlandse bewerking Marie Anne van der Marck. BEKPOnMD Een Zilveren Penseel gaat, zoals gezegd, naar Joke van Leeuwen voor haar illustraties in Deesje (Querido), vanaf 8 jaar en naar Joep Bertrams voor zijn illustraties bij Wiel Kuster's gedichten in Salamanders vangen (Querido) vanaf 10 jaar. BFyPOOND -op de eerste etage- oktober 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Mooie moeite / Uitblad voor Zeeland | 1986 | | pagina 4