'Mijn volgende film maak ik gegarandeerd in de zomer. Liefst ergens in Spanje GUIDO PIETERS VERTELT HEIJERMANS' VISSERS DRAMA KLAKKELOOS NA Wat regisseur Guido Pieters betreft heeft de vorstperiode die ons land in februari en maart zo stevig en langdurig in zijn greep hield veel te lang ge duurd. Toen de rest van Nederland zich opmaakte voor de Elfsteden tocht vocht Pieters op een gure uithoek van de Zuidhollandse eilanden tegen verkoudheid, griep en andere winterse onge makken. In de onmiddellijke omgeving van Goedereede werd Albert Kok in staat gesteld om Pieters en zijn filmploeg een opname dag lang te volgen bij de verfilming van Herman Heij er- mans' klassieke toneelstuk. beperkt Pieters zich tot klakkeloos navertellen op hoop van zegen; Albert Kok 'Mooie verhalen kunnen wat mij betreft niet vaak genoeg verteld worden' :op hoop van zegen; Op zich sluit de sfeer van een filmploeg die zich allerlei ontberingen moet getroosten, natuurlijk wonderwel aan op de uit 1900 daterende tragedie, waarin Heijermans de arbeidsomstandigheden aan de kaak stelde van straatarme vissers die door gewetenloze reders in wrakke schuiten de Noordzee op worden gestuurd. Maar toch ligt de vraag voor de hand waarom Pieters uitgerekend in de strengste wintermaanden met de buitenopnamen voor zijn nieuwste film is begonnen. 'Dat was ook helemaal de bedoeling niet', verklaarde Pieters destijds tussen twee opnamen door in een tochtige en dus onmogelijk warm te stoken kantine. 'Eigenlijk wilden we al in september vorig jaar beginnen. Maar we hebben voor het verhaal een bepaald type boot nodig en die konden we niet vinden, zo'n oude kotter, weetje wel. Een museumdi recteur uit Den Haag zei, dat er eentje in Willemstad lag. Maar wij dachten: Willemstad, dat is aan de andere kant van de wereld. Dat wordt te duur. Veel later pas kwamen wij erachter dat hij Willemstad hier bedoelde! Toen zijn we er gelijk ingesprongen, maar zaten we intussen wel middenin de winter.' Het is niet voor het eerst, dat Op Hoop van Zegen is verfilmd. Nog in de 'stomme' periode moeten er een paar versies van zijn gemaakt die echter helaas verloren zijn gegaan. Wel bewaard is gebleven de bewerking door A. Benno uit 1935 met Esther de Boer van Rijk als Kniertje ('de vis wordt duur be taald'). Tien jaar geleden heeft Harry Kümel nog een vergevorderd plan voor een verfilming gekoes terd. Dora van der Groen zou toen de rol van Knier tje spelen. Zover is het echter nooit gekomen, omdat de hele onderneming financieel spaak liep. Pieters: 'De versie van Kümel was drie keer zo duur als die van ons. En dat terwijl er niet eens zee-opnamen in zouden komen.' Dat Pieters in tegenstelling tot Kümel wel groen licht van zijn geldschieters kreeg, is voor een belangrijk deel te danken aan het commerciële succes van zijn vorige film: Ciske de Rat. Pieters: 'Ja natuurlijk, als Ciske was geflopt dan had ik deze film voorlopig wel op m'n buik kunnen schrijven. Maar vroeg of laat was het er toch wel van gekomen. Ik heb nou eenmaal een sterke affiniteit met dit type verhalen. Het soort mensen trekt me aan. Mensen die het onderspit delven. Verhalen over verliezers, die uiteindelijk toch overwinnaars bleken te zijn. Het is gewoon een mooi verhaal en mooie verhalen kunnen wat mij betreft niet vaak genoeg verteld worden.' Wat er allemaal van de mooie bedoelingen van Pieters terecht is gekomen, valt sinds 7 augustus in de bioscopen te bewonderen, waar Op Hoop van Zegen een der grootste zomerhits zou moeten wor den, indien het hele projekt tenminste uit de kosten wil komen. Onder het motto 'never change a winning team' heeft 30 september pieters een beroep gedaan op veel medewerkers die perder meehielpen om van Ciske de Rat een com mercieel succes te maken. Het scenario schreef hij weer in samenwerking met Karin Loomans; achter de camera kroop andermaal Frans Bromet en van de acteurs uit Ciske lieten Rijk de Gooyer en Willeke van Ammelrooy zich strikken om het rederspaar Bos te spelen, terwijl Kitty Courbois voorde rol van Kniertje werd aangenomen en we in de jongste zoon van deze arme vissersvrouw Danny de Munk herkennen. Het is dat Linda van Dijck en Peter Faber zich tijdens de opnamen in het Zuidhollandse Goedereede en in de Londense Pinewood-studio's niet van theaterver plichtingen konden vrijmaken, anders was de rolbe zetting helemaal gelijk aan die van Ciske gebleven. Zij zijn vervangen, voor zover je dat zo kunt zeggen, door Huup Stapel en Renee Soutendijk. Ook bepaald geen onbekenden dus voor wie wel eens een Neder landse film heeft gezien. Vermoedelijk zijn al die klinkende acteursnamen bij elkaar gezocht om de kans op een rinkelende kassa te vergroten. Want alleen door heel veel bezoekers te trekken kan de film - gemaakt met een binnen de Nederlandse verhoudingen ongewoon groot budget van drie a vier miljoen gulden - uit de kosten komen. Bezwaar van die opzet in dit geval is echter wel dat zoiets als type-casting er compleet bij in is igeschoten. Ik kreeg tijdens de voorstelling eerder het gevoel naar een willekeurige verzameling bekende Nederlanders te kijken dan naar mensen van wie aannemelijk werd gemaakt dat ze tot dezelfde familie behoren. Dat gebrek aan samenhang en continuïteit van de personages wordt nog versterkt doordat zo'n beetje alle acteurs hun tekst met een ander accent uitspre ken. Zo spreekt Danny de Munk als enige in de film met het van hem bekende onvervalste platte Amster dams. In de rol van Schevenings vissersjoch slaat dat natuurlijk nergens op en voor wie de begintitels zou missen lijkt het alsof er een nieuwe aflevering van Ciske de Rat op het doek wordt geprojecteerd. Die indruk zou dan nog bevestigd kunnen worden door het feit dat de heren notabelen in auto's rondrijden, die wèl in de vooroorlogse crisisjaren van Ciske, maar nog lang niet ten tijde van het rond de eeuw wisseling gesitueerde drama van Heijermans kon den worden gesignaleerd. Waarschijnlijk waren zulke zaken me niet zo opge vallen als de film op de een of andere manier iets aan het verhaal van Heijermans had toegevoegd. Van een eigentijdse benadering, een enigszins originele visie op de overbekende geschiedenis, of een eigenzinni ge vormgeving is echter geen sprake. Evenals in vorige werkstukken (behalve Ciske de Rat zijn dat Dokter Vlimmen, Kort Amerikaans en Te gek om los te lopen) beperkt Pieters zich tot klakkeloos naver tellen. Natuurlijk zijn sommige dialogen aan de acteurs aangepast en ook zal het waar wezen dat sommige personages meer op de voorgrond of achtergrond zijn geschoven dan bij Heijermans het geval was, maar voor zover daarvan sprake is ge weest, was het niet uit een artistiek inzicht maar uit louter ambachtelijke overwegingen. De regisseur en zijn producent Matthijs van Heijnin- 9en zullen van dergelijke kritiek echter niet wakker '•9gen. Tegen Ciske de Rat waren immers vergelijk bare bezwaren in te brengen, terwijl die film tot een van de best bezochte rolprenten van 1984 uitgroeide. Kennelijk heeft Pieters het vermogen om de verha len die hij 'zo mooi vindt dat ze niet vaak genoeg verteld kunnen worden' van begeleidende plaatjes te voorzien op een manier waaarvan de grootste geme ne deler in filmkijkend Nederland vindt dat ze er perfect bij passen. Met die eigenschap en in het heldere besef geen artistieke hoogvlieger te zijn, heeft Pieters zich hoe dan ook een stevige positie in de vaderlandse speelfilmerij verworven. En dat is iets wat weinig collega's hem kunnen nazeggen. Met Ton Lutz in een uitblinkende bijrol als akelig arrogante verzekerings-inspecteur die het spelletje van reder Bos meespeelt om een flinke som geld te beuren door het allesbehalve zeewaardige schip De Hoop met man en muis te laten vergaan, alsmede een serie overtuigende opnamen van het schip in nood, hebben we de beste punten uit deze degelijke doch zelden opwindende film wel genoemd. Verwacht in Meccano of Electro: OP HOOP VAN ZEGEN september 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Mooie moeite / Uitblad voor Zeeland | 1986 | | pagina 17