COMPETITIEFILMS FOOL FOR LOVE
EN RUNAWAY TRAIN
DEZE ZOMER AL IN MIDDELBURG
J
Het filmfestival van Cannes vormt ieder jaar weer een
redelijk betrouwbare graadmeter voor zowel de kwaliteit
als de eventuele verschuivingen in trends van het te ver
wachten aanbod in bioscopen en filmhuizen. Indien ook het
programma van het in mei gehouden 39e festival aan de
Franse Zuidkust representatief is voor wat ons de komende
maanden staat te wachten, mogen we rekenen op veel
degelijke, goed gemaakte en onderhoudende werkstukken.
Grote verrassingen van het kaliber Paris, Texas - twee
jaar geleden winnaar van de Gouden Palm - heeft Cannes
1986 niet opgeleverd, maar evenmin waren er veel films te
zien die zo ergerlijk waren dat je er met gekromde tenen
naar zat te kijken.
Kortom, een festival van de betere middelmaat.
Sommige van de competitiefilms, zoals Fool for Love en
Runaway Train, worden al deze zomer in Middelburg
verwacht.
Voordat we dieper ingaan op bovengenoemde films van
Robert Altman en Andrei Konchalovski nemen we in
vogelvlucht de overige, verderop in het seizoen bij ons te
verwachten, hoogtepunten van het afgelopen Cannes-
festival door.
VAN CANNES NAAR MIDDELBURG
films en Cannes
Albert Kok
films en cannes
Bij zo'n verkenning stuiten we allereerst op een paar
aardige Amerikaanse producties. Mijn persoonlijke
favoriet was DOWN BIJ LAW, van JIM JARMUSCH.
Na Stranger than Paradise behelst het andermaal een
film met John Lurie in een van de hoofdrollen. Hij
speelt een kleine pooier die samen met een gesjeesde
disc-jockey (Tom Waits) in dezelfde gevangeniscel
terecht komt. De aanloop daar naartoe is bij na tergend
traag en wat je noemt bluesy; niet in het minst door de
van melancholie getuigende zwart-wit beelden van de
Nederlandse cameraman Robbie Muller.
Op het moment echter dat een Italiaanse toerist
(gespeeld door een uitblinkende Roberto Benigni) bij
het duo in de cel wordt gezet omdat hij iemand
•toevallig' vermoord zou hebben, slaat de toon van het
verhaal om. De manier waarop Benigni melodrama
tisch en ingebroken Engels vertelt over zijn familie, zijn
dromen en zijn door slecht B-films verwrongen kijk op
Amerika is dermate ontwapenend, dat ik me de tranen
in de ogen heb gelachen. De kracht van de film is
verder dat Jarmusch heel speels maar uiterst effectief
met de cliché's van de Amerikaanse filmcultuur stoeit.
En ook mooi meegenomen is het dat alle personages
94 zomer
jt
bepaald grappig, sympathiek en levensecht genoeg
zijn om anderhalf uur mee op te willen trekken. Hoewel
de artistieke pretenties van Jarmusch dit keer op een
lager pitje staan dan twee jaar geleden in Stranger than
Paradise, is Down by Law-inmiddels door distributie
bedrijf The Movies aangekocht - een bezoek dus meer
dan waard.
Een zelfde lichtvoetigheid vinden we terug in AFTER
HOURS, van MARTIN SCORSESE. We maken daarin
kennis met Griffin Dunne in de rol van een jonge
kantoorklerk die gedurende één nacht in Manhattan
zo'n beetje alle mogelijke tegenslag te verwerken
krijgt. En dat terwijl het er aanvankelijk zo rooskleurig
voor hem leek uit te zien. Hij had een aardig meisje aan
de haak geslagen (de sinds haar hoofdrol tegenover
Madonna in Desperately Seeking Susan als een ko
meet onhoog geschoten actrice Rosanna Arquette) en
wist zich binnen de kortste keren bij haar de slaapka
mer in te praten. Maar het blijkt de onverwachte
inleiding te vormen tot een noodlottig avontuur, waarin
iedereen in zijn directe omgeving blind is voor zijn
goede bedoelingen. Stukje bij beetje worden alle
bestaanszekerheden onder zijn voeten weggezaagd.
Aan neven-intriges of diepere bedoelingen heeft de
film verder weinig te bieden, maar dat heeft niet
kunnen verhinderen dat After Hours als komische
nachtmerrie geslaagd uitpakt.
Uiteraard geldt ook voor STEVEN SPIELBERGS CO
LOR PURPLE dat een groot publiek ermee uit de
voeten kan. De Nederlander Menno Meijes schreef het
scenario voor deze film over het wel en wee van een
zwart meisje dat aan het begin van de eeuw in het
Zuiden van de Verenigde Staten opgroeit. Een hechte
band met haar zusje wordt verbroken door een ver
plicht huwelijk met een proleet die haar ais zijn slavin
(sic!) beschouwt. Ze is, zoals haar man haar keer op
keer inprent, lelijk, zwart, onontwikkeld en ook nog
eens vrouw, maar niettemin weet-ze zich onder zijn juk
vandaan te worstelen. Solidariteit-en een van optimis
me overlopend slot -waarin de hoofdpersoon haar
zusje weer in de armen kan sluiten- typeren dit
Spiel berg-epos, dat ontroert zonder in drakerige senti
mentaliteit te vervallen.
Zoals de laatsle tijd op elk groot festival het geval is, gaf
ook Cannes weer een uitstekende film van Britse
makelij te zien: MONA LISA, van NEIL JORDAN. Na
diens fiïmsprookje A Company of Wolves komt Jordan
nu voor de draad met een in de Londense onderwereld
gesitueerde tragikomedie. Bo Hoskins speelt de rol
van zijn leven als een kruimeldief die juist uit de
gevangenis is ontslagen. Zonder een cent op zak en in
de steek gelaten door zijn vrouw, accepteert hij een
baantje als privé-chauffeur van een call-girl. Die vrouw
(geportretteerd door de debuterende Cathy Tyson)
blijkt op zoek te zijn naar een ook al in sferen van
prostitutie verzeild geraakt meisje, waarmee ze zo'n
beetje een moeder-dochter verhouding heeft.
De taxichauffeur is uiteindelijk bereid haar te helpen en
tijdens hun omzwervingen langs nachtclubs, peep
shows en andere uitwassen van het sex-toerisme in de
Londense uitgaanswijk Soho, groeien beide persona
ges steeds dichter naar elkaar toe. Heel mooi laat
Jordan dat kille, onpersoonlijke decor contrasteren
met de warmte en de oprechte genegenheid die zich
Sam Shepard en Kim
Basinger in Fool for
Love
zomer 95