cyrano de bergerac publiek maatschappijkritiek artistiek leider cyrano de bergerac van teleurstelling, van verbetenheid. Ik had niet verwacht dat zo'n wezenlijke emotie zich zo zou opdringen bij een rol die oppervlakkig gezien een soort hoogstandje is. Voor dat soort technische hoogstandjes draai ik mijn hand niet om. Dat kent men ook wel van mij. Maar nu moet ik iets anders laten zien. Ik moet gewoon maar spelen. Vanaf de eerste repetitie heb ik me er op deze manier op geconcentreerd. Vanuit die emotie. We hadden een goeie sfeer, vol vertrouwen. Het is altijd knutselen en het liep goed. Het vijfde bedrijf zat in twee repetities. Ik geloofde het zelf niet. Maar toen kwamen er wat collega's kijken en die gingen met tranen in de ogen het repetitielokaal uit. Dan is het goed. Zelfs al is het kitsch wat ik doe. Het vijfde bedrijf is heavy, dat wist ik van tevoren. Elke keer ga ik op aan het begin van dat bedrijf in de hoop dat het weer gebeurt, dat het weer in mij daalt. Zenuwachtig ben ik niet, omdat ik weet dat dat niets helpt. Ik hoop dat ik me dan weer kan overgeven aan de situatie. En dat heb ik in mijn 12 mnHfebruari loopbaan heel zelden gehad. Dat ik die durf moest hebben om het maar over te laten, omdat ik weet dat het niet anders kan. Het moet zo. Ik had natuurlijk wel vaker emotionele scèenes, maar die zaten altijd zo goed ingebed in een hele scène, dat je niet zo bang hoefde te zijn. Ook als ik het alleen technisch deed, was het nog goed. Maar nu is het zo dat ik door de mand val als ik het alleen technisch zou doen.' 'Ik ben altijd heel gevoelig voor een zaal. Toneel eist concentratie van spelers én toeschouwers. Er zit een scène in dit stuk die begint met een tamelijk vrolijk gedeelte van twee domme muzikanten. Het publiek zit dan nog een beetje te lachen en te kuchen, maar direct daarop komt de balconscène: ernstig en emotioneel. Ik dacht eerst dat ik die overgang wel geleidelijk kon doen, maar dat gaat niet. Dan weten de toeschouwers niet waar ze aan toe zijn. Dan blijven ze nog wat nalachen en met zakjes kraken en in een onrustige sfeer kan ik me niet concentreren. Het moet een gemeenschappelijke concentratie zijn, ook vanuit de zaal. Nu neem ik die overgang veel rigoreuzer en dat werkt wel. Het publiek is gewoon een partner. Als het goed gaat, hoef je bijna niets meer te doen, dan gebeurt het vanzelf. Dat heb ik altijd heel sterk gehad. Ik voel onmiddellijk of een zaal erbij is. Het tegendeel is dan ook een ramp, als je de boodschap krijgt, dat niemand belangstelling heeft voor wat je staat te verkondigen.' 'Ik zeg wel eens tegen jonge mensen die carrière willen maken: zie nou maar dat je een underdog speelt, dan maak je het. En het is waar. Daar gaan de mensen plat voor. Cyrano is in wezen ook een verschoppeling. Dat zijn de dankbaarste rollen. Ik denk dat het spelen van een figuur als Don Juan veel moeilijker is. Dat is een man die dingen doet die niet geaccepteerd zijn. Als acteur moet je dan wel veel charme bezitten, wil je dat aanvaardbaar maken. Nee, dan kan je beter een knecht zijn. In die positie is het makkelijker een held neertezetten. Datisook het mooie van Cyrano. Hij weigert concessies te doen. Hij zegt: 'Moet ik soms een beschermheer zoeken, een begunstiger? Mij als een lianenrank die opklimt langs een stam al kronkelend een weg naar boven banen? Lofgedichten schrijven voor woekeraars en patsers?' Het stuk zit vol maatschappijkritiek. Links? Ik was al links voordat ik de Volkskrant las. Ja, I ik liep mee in Vietnam-demonstraties. Je deed maar. a Nu ga ik pas echt nadenken over dat soort dingen. 1 Als ik roep dat mijn vader zich heeft laten uitbuiten, jj maak ik hem daarmee niet gelukkiger. Dat weet hij I zelf ook wel. Maar als ik datzelfde in een toneelstuk I laat zien, dan heeft hij een fijne avond. Je moetje |j waarheid zo verpakken, dat je mensen boeit. Maar I het moet wel je waarheid zijn. Ik denk dat ik I dienstbaarder ben door Cyrano te spelen en mijn maatschappelijk engagement binnen zo'n verhaal te brengen en op die manier verstaan te worden. Het 1 verhaal, al weet iedereen wat het is om onbeant woord van iemand te houden, is misschien geen 1 groot maatschappelijk gegeven op zichzelf, maar het I heeft er wel alles mee te maken.' Hoe bevalt het hem als artistiek leider van I Toneelgroep Theater, een leiderschap dat hij twee jaar geleden samen met ex-Werktheater-acteur# Helmert Woudenberg op zich nam? 'Ik begon eraan# op een moment dat ik het idee had: als ik zo nog langer moet toneelspelen, hoeft het voor mij niet meer. Met de Family (een stormachtig initiatief uit 1974 van Lodewijk de Boer, waarbij toneel in afleveringen werd gespeeld, zoals een t.v.-serie) zijn we eigenlijk te vroeg opgehouden. Huib Broos en ik dachten dat we die onstuimigheid wel mee zouden kunnen nemen naar andere situaties, maar dat is moeilijker dan je denkt. We gingen naar het RO- Theater en daarna naar het Publiekstheater op zoek naar avontuur, zodat in elk geval de boel niet vast zou slibben. Die wildheid is wel gebleven. Huib en ik, dat is niet kapot te krijgen. We doen alles voor elkaar. Cyrano was zijn idee. En hij heeft zich voor mij toch maar in een jurk laten hijsen in Beschuit met muisjes van Heijermans. Ik was er huiverig voor om zo'n leiderspositie in te nemen. Hans Croiset, hoeveel er ook tegen hem geageerd wordt, is een uitstekend leider, een vakman met alle trucs, maar ook met alle liefde. Zulke mensen zijn niet makkelijk te ver vangen. Hans gaf mij de duw. Niemand wilde het en jij kan het, zei hij tegen me. Waarom doe je het niet. Jij moet ook maar eens een keer dat kruis dragen. Toen heb ik tenslotte ja gezegd. Ik wilde ook weg bij het Publiekstheater. Niet dat ik daar echt ontevreden was. Ik had mooi werk, men had respect voor eikaars kunnen en ach, een homogeen gezelschap, waar vind je dat? Ik vond het een goed ensemble, maar ik was het niet eens met de koers dte men uit ging. Dat zag ik aankomen. Ik vind dat een repertoiregezelschap meer dan één stroming bin nen het toneel moet vertegenwoordigen. Een schouwburg heeft 900 stoelen, die moeten toch makkelijk voor twee derde bezet kunnen zijn? Er mogen best voorstellingen bijzitten, waarbij je je nek uitsteekt en waar het publiek wegblijft, maar dat mag geen regel worden. Als artistiek leider moet je soms solidair zijn met dingen die je niet helemaal ziet zitten. Je moet zorgen voor variëteit. Dat hoort erbij. Helmert en ik zijn er tamelijk onervaren aan begonnen, maar als je iets wilt, kan het. En je leert. Er komt zoveel bij kijken, techniek, publiciteit. Je moet ook niet te beroerd zijn advies aan deskundigen te vragen. Er valt wel eens iets tegen, maar daarvoor geef je je leiderschap toch niet meteen op? Het moet natuurlijk wel plezierig blijven voor jezelf en d at blijft het. Helmert is een grote steun. Hij is veel geduldiger dan ik, trekt zich niet zoveel aan van wat de pers over ons schrijft. Ik ben veel beïnvloedbaarder en afhankelijk van wat er geschreven wordt. En het is toch wel eens te gek wat ons verweten wordt. Maar het gaat tenslotte om j e eigen g eweten. Er zijn wel momenten dat ik woedend wordt en iedereen verrot scheldt, zo ben ik wel, maar de weegschaal slaat altijd door naar de positieve kant. Alleen die affaire met Bernard Droog, dat vind ik heel erg, dat dat zo is gegaan. Dat zit me nog steeds hoog, daar heb ik pijn van. Ook door de manier,waarop dat eenzijdig in de pers is gekomen. Maar goed, vertrossing kunnen ze ons nooit verwijten als men naar ons repertoire kijkt. En die onstuimigheid zal blijven. En artistiek leider, ach, meestal voel ik me een broekie die van de Toneelschool afkomt en blij is dat hij mee mag doen.' Ge®« Linnenbank en Peter Bolhuis. Foto Pan Sok ITimfebruari 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Mooie moeite / Uitblad voor Zeeland | 1986 | | pagina 9