Kleine bosjes en klimaat Door: Sam Janse, SLZ In de discussie rondom maatregelen tegen klimaatverandering worden twee globale strategieën onderschei den: "klimaatmitigatie" en "klimaat adaptatie". Mitigatie omvat maatrege len om de uitstoot van broeikasgassen te verlagen en daarmee verdere klimaatverandering te voorkomen. Adaptatie omvat alle mogelijke aan passingen (technisch, maatschappelijk, enz.) om nadelige effecten van al in gang gezette klimaatverandering te voorkomen of beperken en om even tuele kansen die eruit voortkomen te benutten. Maatregelen, kortgezegd, om onze samenleving -en de natuur lijke systemen die er de basis van vormen!- robuuster te maken tegen over een grilliger klimaat. Bos en klimaat Het belang van bossen in klimaatmiti gatie is welbekend. Wereldwijd wordt naar schatting een derde van de door ons uitgestoten C02 door bossen vast gelegd in biomassa en bodems. Door ontbossing en aantasting van bos-eco- systemen komen juist enorme hoe veelheden broeikasgassen vrij. Het is inmiddels onomstreden dat herstel, uitbreiding en duurzaam beheer van het wereldwijde bosareaal essentieel zijn om de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs te halen. Grootschalige initiatieven als de "Bonn Challenge" en het "Trillion Trees Initiative", spreken tot de verbeelding en worden breed gedragen (hoewel een eenzijdige focus op "meer bomen" niet per se leidt tot gezonde, vitale bossen die een bijdrage kunnen leve ren aan klimaatmitigatie). Het belang van bossen in klimaat adaptatie is minstens zo groot en hangt samen met de ecosysteem" diensten die ze leveren: zaken als waterhuishouding en -zuivering, een stabiel microklimaat, biodiversiteit en biogrondstoffen, maar ook ruimte voor recreatie en bezinning. Een gezond bosecosysteem fungeert kortom als "klimaatbuffer", als stabiliserende factor tegenover de toenemende extremen in neerslag en temperatuur en de gevolgen daarvan. Klein en/of groot? De gedachte dat alleen grote, aaneen gesloten bossen een wezenlijke bij drage leveren aan klimaatmitigatie/- adaptatie lijkt inmiddels achterhaald. Een onderzoek (UGent) uit 2019 toont aan dat grote, oudere bossen welis waar een hogere totale biodiversiteit bevatten, maar dat kleine bosjes potentieel weer hoger scoren m.b.t. meervoudige ecosysteemdiensten (waaronder koolstofopslag in de bodem) per m2. Wel geldt dit eerder voor oudere dan voor jongere kleine bosjes. Naast concrete diensten (water berging enz.) bieden juist kleine bosjes ook kansen voor natuuronderwijs en -recreatie (vaak toegankelijker dan grote bossen en er leven minder teken). Net als in de rest van Nederland wordt in Zeeland momenteel hard nagedacht over de vragen waar en op welke schaal er bos bij moet komen. De bij zondere bijdrage van Zeeland aan de (inter)nationale biodiversiteit ligt voor al in karakteristieke open landschaps typen als duinen, schorren en gras landen. Er moet dus nauwkeurig onderscheid worden gemaakt tussen gebieden waar respectievelijk groot schalig, kleinschalig of helemaal geen bos gepast is. Elk heeft een rol te spelen binnen een veerkrachtig en leefbaar landschap. Daarnaast is ver betering van de kwaliteit van bestaand bos, groot en klein, minstens zo belangrijk als de aanplant van nieuw bos. Bladerdek in populierenbosje. Foto: SLZ 16 Jong bos. Foto: SLZ Landschapsbeheer Zeeland Herfst 2020 Samenwerken aan ons cultuurlandschap

Tijdschriftenbank Zeeland

Landschapsbeheer Zeeland - de Boom in | 2020 | | pagina 10