J Vogels kijken in 'Het ver dronken land van Saeftinghe' Door Walter van Kerkhoven en Alex Wieland Saeftinghe ligt in het meest oostelijke deel van Zeeuws-Vlaanderen tegen de Belgische grens. Het is met een oppervlakte van 3000 hectare het grootste brakwaterschor van Europa. Door de afgelegen lig ging en de ontoegankelijkheid is het gebied nog niet zo populair bij vogelaars. Toch loont het de moeite om ook eens een dagje te komen vogelen in en rond Saeftinghe. De meeste mensen denken bij Saeftinghe meestal direct aan modder, slik, uitglijden, vallen en vuile kleren. Om vogels te zien in Saeftinghe hoefje echter helemaal niet het gebied in te gaan. De beste observatieplaatsen lig gen gewoon langs de dijk. Houd wel rekening met het getij, want bij hoogwater moeten alle vogels uit de geu len en komen ze dichter naar de dijk. Een telescoop is bij het observeren vanaf de dijk een handig hulpmiddel. Voorjaar Elk seizoen heeft zijn typische soorten. Zo zijn in het voorjaar de laatste ganzen nog maar net verdwenen of de eerst broedvogels komen al weer terug. Honderden tureluurs en andere steltlopers zoeken hun kostje bij elkaar in de slikkige geulen. Groepjes gele kwikstaarten volgen de schapen op de dijk. Bruine kiekendieven zie je overal in het gebied met nestmateriaal rondslepen en op diverse locaties zitten blauwborsten te pronken met hun mooie borst. In het riet hoor je kleine karekiet, rietgors, rietzanger, baardmannetje en een enkele snor. 's Avonds is er goede kans op roepende waterrallen, soms een kwartel en met een beetje geluk een porseleinhoen. In deze periode worden regelmatig wat zeldzamere soorten als steltkluut, kleine zilverreiger en zomertaling gezien. Graszanger Eén van de specialiteiten van Saeftinhge is de graszanger. In 2001 werden hiervan veertig territoria vastgesteld (vooral op de hoger gelegen delen van het schor en langs de dijk). Het is de beste locatie in Nederland om deze soort waar te nemen. In principe is een deel van de vogels het gehele jaar aanwezig, maar de beste periode om de vogels te horen en te zien, is tussen mei en september. Let hierbij goed op de baltsvlucht van de mannetjes die ze vooral op dagen met weinig wind uit voeren. Ze vliegen met een golfachtige beweging rond en bij de start van iedere golf roepen ze een duidelijk hoorbaar "zip". De graszanger is de enige broedvogel in Nederland die in het jaar dat hij geboren is, al broeden kan. Het zijn echter vorstgevoelige vogels en na een aantal opeenvolgend strenge winters kan de populatie volledig instorten. Zomer Op het eind van de zomer (augustus, september) doen de zomergasten zich te goed aan het voedselaanbod dat Saeftinghe te bieden heeft, alvorens ze de trek naar het zuiden voortzetten. In deze periode zijn lepelaar (enige honderden), kleine zilverreiger (meer dan honderd) en grote zilverreiger, allerhande steltlopers zoals groenpoo- truiter, zwarte ruiter, oeverloper, rosse grutto en kleine strandloper aanwezig in het schor. Maar ook zeldzamere soorten zoals zwarte ooievaar, grauwe franjepoot, Temmincks strandloper en poelruiter worden bijna jaar lijkse waargenomen. Herfst September begint met de aankomst van de eerste ganzen en bij de vogelaars van Saeftinghe is er een gezegde 'wil je een visarend zien dan moet je de tweede of derde week van september eens over de dijk kijken'. Tijdens herfststormen kunnen zeevogels soms Saeftinghe bereiken. Af en toe worden jagers gezien en er is reeds een vaal stormvogeltje waargenomen. Stellers eidereend en bergeend. (Jean Maebe)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2002 | | pagina 14