De meidoorn: Koningin der Zeeuwse Hagen Door Peter Fraanje De afgelopen decennia zijn uit angst voor bacterievuur veel meidoornhagen gerooid. Dit jaar zijn com plete meidoornhagen gerooid bij uitvoering van het Groenstructuurplan. De overgebleven meidoornha gen hebben te lijden van het intensieve scheerbeheer in het vroege voorjaar, waardoor zij aan de wegzij de niet meer in bloei komen en zo bijna letterlijk uit beeld verdwijnen. Hoe is het mogelijk dat onze prachtige meidoorn, de Koningin der Zeeuwse Hagen, zo stiefmoederlijk wordt behandeld? Het is de hoogste tijd voor eerherstel van de meidoorn, verreweg de schoonste drager van het Zeeuwse landschap. 'Ofschoon de meidoom onder de kleinere boomen van ons land gerangschikt moet worden, is er toch geen boom, die zóó bekend is en zóó diepen indruk op een Hollander maakt', schrijft Clarke Nuttall in 1924 in zijn boek 'Onze bomen, groei en bloei'. De bloeiende mei doorn toverde het Walcherse en Zuid-Bevelandse groenbruine landschap in een keer wit. Haar bloei werd met vreugde in de krant aangekondigd en haar witte kleed trok toeristen van heinde en verre. Ook vandaag de dag is het een feest voor de zintuigen wanneer de meidoorn bloeit en de 'de lentelucht vult met zijn heer lijke geur'. Op het moment dat de meidoorn de witte bloemblaadjes, haar witte bruidssluier, massaal laat val len is de glorie der lente voorbij, zo vinden vele men sen. Maar dan is het nog niet gedaan met de schoon heid van de meidoorn die in de zomer haar fraai gevormde gelobde frisgroene blad toont, dat in de herfst eerst nog prachtig geel kleurt. De felrode steen vruchten ('haagappeltjes') zijn niet alleen een lust voor het oog, maar ook een lekkernij voor vogels. Nadat de dicht ineengevlochten meidoornhaag enkele maanden kaal en door de wind gevormd overwintert, barsten het volgende voorjaar vroeg in april de knoppen opnieuw en wederom 'neemt de bekoring een aanvang'. Bloeiende witte meidoorns langs de weg. (Chiel Jacobusse) De knoppen lopen uit in bladeren of in een trosje van zes tot twaalf bloemen of in een nieuwe doorn. Bacterievuur Hoe is het mogelijk dat een boom - of zo u wilt struik - die zo in bewondering staat, die zo wordt geroemd, die Walcheren de eretitel Tuin van Zeeland bezorgde zo wordt behandeld? Eigenlijk is alles terug te voeren op de uitbraak van bacterievuur in perenboomgaarden in 1966, wat leidde tot ernstige schade bij fruitteeltbedrij- ven. De meidoorn werd gezien als een van de belangrijk ste infectiebronnen van bacterievuur. De bacterie die de ziekte veroorzaakt (Erwinia amylovora) komt algemeen op bladeren voor en leidt lang niet altijd tot infectie. Met name bloemen en jonge scheuten zijn vatbaar voor bacterievuur. Aantasting is goed te herkennen aan de als vaantjes omkrullende jonge scheuten. Meidoorns gaan overigens zelden dood aan de ziekte. Het zijn trouwens niet alleen de meidoorn en de peer die vatbaar zijn voor bacterievuur, maar ook allerlei siergewassen zijn gevoe lig. De bacteriën kunnen worden verspreid door wind, vogels, maar ook door gereedschap. Heksenjacht Eind jaren zestig en in de jaren zeventig controleerde de Plantenziektenkundige Dienst in het kader van de Plantenziektewet intensief op bacterievuur. Aangetaste meidoorns werden afgezet, verbrand of ingesmeerd met gif. De bestrijding van bacterievuur had grote gevolgen voor de meidoornhagen op Walcheren en in Zuid- Beveland. In 1984 werd het rigoureuze beleid aangepast: er werden twintig beschermde gebieden in Nederland aangewezen (waaronder Zuid-Beveland) waar de mei doorn niet in bloei mocht komen. Meidoorns moesten nu in het voorjaar worden gesnoeid, zodat zij niet in bloei kwamen. Besmette meidoorns moesten worden afgezet en met gif worden gedood. Buiten de bescherm de gebieden gold deze beleidslijn ook voor alle gebie den in een zone van vijfhonderd meter rondom boom gaarden. Dit beleid was desastreus voor de Zeeuwse natuur en het Zeeuwse landschap. Op de dijken in de

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2002 | | pagina 10