16 Morinelplevier. (Jean Maebe) Het is foerageergebied van onder andere watersnip, zwarte ruiter, tureluur, kluut, poelruiter, bosruiter, stelt- kluut, zomertaling, wintertaling, krakeend en grote zil verreiger. Wie veel doorzettingsvermogen heeft om op een heldere dag in de winter te wachten tot zonsonder gang, kan vanuit de kijkhut tientallen blauwe en bruine kiekendieven zien die hun slaapplaatsen in Saeftinghe opzoeken. Dit onder begeleiding van duizenden gakken de ganzen die om dezelfde reden vanuit de omliggende polders terugkeren. Bk 6. Het Sieperdaschor Het Sieperdaschor is onstaan na een dijkdoorbraak in 1991. De zomerdijk is daarna niet hersteld en bij springtij stroomt er water in het gebied waardoor er plassen en slikrandjes ontstaan. Het stuk bij de kijkhut is interessant. Er zijn echter nog meer interessante stukken in het Sieperdaschor. Volg vanaf de kijkhut de dijk richting het oosten. Ga circa vijfentwintig meter na de Petrusstraat over het prikkeldraad en kijk heel voorzichtig over de dijk. Er zijn dezelfde soorten te zien als bij de kijkhut. 7. De bosjes Indien er zeearenden aanwezig zijn in Saeftinghe, is de kans zeer groot dat ze komen slapen in deze bosjes. Ook andere vogels zoals buizerds, kraaien en duiven slapen in deze bosjes. De zeedijk De gehele zeedijk is vooral gedurende de trektijd goed voor doortrekkende zangvogels als piepers, kwikstaarten, tapuiten en paapjes. Ook zijn er regelmatig roofvogels te zien. Fractie Saeftinghe heeft door de grote oppervlakte slik, schor en rust een enorme aantrekkingskracht op vogels. Vooral watervogels kunnen in zeer grote aantallen voorkomen. Regelmatig zit hier iets bijzonders tussen. Het vervelende voor de vogelaars is dat de vogels van- weg het getijde zeer regelmatig verkassen en boven dien ook vaak gaan zitten op locaties waar ze voor vogelaars moeilijk te vinden zijn. De wat grotere groepen watervogels zijn meestal erg schuw en dus moeilijk te benaderen. De lijst van zeldzame soorten die zijn waar genomen in Saeftinghe en omgeving is indrukwekkend, maar waarschijnlijk slechts een fractie van wat er ooit heeft gezeten en door de onoverzichtelijkheid van het bied nooit is ontdekt. Er zijn tot op heden ook vele lims geweest die niet zijn gedocumenteerd. cl Zeearend. (Corstiaan Beeke)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2002 | | pagina 16