A 14 1: IJzeren torentje Z-1 Klckuus 3: Westreep 4: Speettulntje opslagterrein 5: Kreek 6: Begraafplaats 7: IJsbaan 8:1 Vroon 9: Duintjes pulnpad 10: Manege HtTZEtUWiE lAKIWCHAP Ligging van de besproken locaties rondom Westkapelle. (archief Zeeuws Landschap) nomen als draaihalzen, grauwe klauwieren, ijsgorzen, grote piepers, beflijsters, ortolanen en Europese kanaries en enkele malen klapeksters, roodmussen, bladkoningen en sperwergrasmussen. Voorts is er een imposante lijst van dwaalgasten zoals roodkopklauwier (1984), wilgen gors (1995), bruine boszanger (1999), Pallas boszanger Paapje, (archief Zeeuws Landschap) (1997), Proven^aalse grasmus (1995), dwerggors (1990), bosgors (1990, 1995) en steenarend (1993 overtrekkend). Het opslagterrein is officieel niet toegankelijk, maar men gedoogt de vogelaars. Overigens is het terrein ook rede lijk te overzien vanaf de naastgelegen wandelpaden. Net ten zuiden van het opslagterrein bevindt zich het Puinpad, een breed pad langs de duinen. Zowel in voor- als najaar is het lonend hier de bosjes af te zoeken op gestrande zangertjes zoals gekraagde roodstaarten, vuurgoud- haantjes en dergelijke. Het opslagterrein en de hoge duintop aan het begin van het Puinpad zijn de beste locaties in de omgeving van Westkapelle om gestuwde trek van zangvogels (zoals vinken, kepen, sijzen, boom piepers en grote gele kwikstaarten) en roofvogels (sper wers, buizerds en regelmatig een rode wouw) te volgen. Begraafplaats Bij de grote vuurtoren bevindt zich de begraafplaats van Westkapelle. Rond de vuurtoren bevindt zich het oude gedeelte. Dit is op Walcheren de beste plek voor het waarnemen van bladkoninkjes (sinds 1986 meer dan dertig!) en Pallas boszangers (meer dan vijf waar genomen). Op sommige dagen zijn er hier soms meer dan honderd goudhaantjes, tientallen vuurgoudhaantjes en andere kleine zangertjes, waaronder vaak bonte vliegenvan gers, gekraagde roodstaarten en zwarte mezen. Verder zijn waarnemingen bekend van kleine vliegenvanger (1988, 1991), kleine spotvogel (1998) en bruine boszan ger (1997). Het nieuwe, meer open, gedeelte is goed voor lijsterachtigen, zwartkoppen en grauwe vliegen vangers. Bovendien worden hier regelmatig schaarse soorten gezien zoals kruisbek, beflijster en draaihals. Het Vroon en de ijsbaan Vanaf 't Kiekuus op de zeedijk heeft men een redelijk zicht op bovengenoemde gebieden. Het Vroon is goed te overzien vanaf de openbare weg. De ijsbaan met omliggende weilanden vanaf de zeedijk of vanaf het aan de dijkvoet gelegen fietspad. De ijsbaan is een mooi drassig gebiedje omgeven door een laag dijkje. De vegetatie bestaat uit zegge, riet, zuring etcetera. Het gebiedje is aantrekkelijk voor allerlei steltlopers. Daarnaast pleisteren er vaak graspiepers, gele kwikstaar ten, paapjes en rietgorzen. Het Vroon is een vergelijk baar, maar iets opener en groter, gebied. Naast eerder genoemde soorten treft men hier vaak bergeenden, wintertalingen en zo nu en dan een grote pieper aan. De Westkapelsche Kreek De Westkapelsche Kreek is ontstaan aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. Na bombardementen op de zeedijk ontstond een diepe geul. De kreek wordt door sneden door een weg. Het westelijk deel van de kreek is diep en zout en bevriest alleen bij langdurige strenge vorst. Het oostelijk deel is ondiep en vrij zoet. Het westelijk deel herbergt in met name het winter halfjaar vele tientallen tot soms enkele honderden meerkoeten, wilde eenden, kuifeenden en dodaarzen. Daarnaast zijn kleinere aantallen tafeleenden, brildui- kers, futen en aalscholvers present. Met enige regelmaat, doch niet jaarlijks, worden op de kreek kleine alken, ijsduikers, krooneenden, kuifaal- scholvers, grote burgemeesters en verdwaalde zeevo-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2002 | | pagina 14