JtiA^
Landschap in kort
J <VA.
k J
20
\T\
-1u. ,1
r>
V
i
r
I ijdens een excursie in de zomer van 2000 door het Zwin in het kader van een insectenonder-
zoek werd een typische soort slak ontdekt. Het betrof een opvallend witachtig gekleurde huis
jesslak. Het huisje was vrij klein en smalgedraaid van vorm. Tijdens de excursie werden er
ongeveer tien exemplaren verzameld. Opmerkelijk was verder dat alle slakjes op de stengels en
bladeren van helmgras zaten.
Het bleek om de Cochlicella acuta te gaan. Uit de
verspreidingskaartjes van Elseviers Slakkengids kan
echter opgemaakt worden dat Cochlicella acuta,
ook wel slanke duinhoorn genoemd, niet in
Nederland voorkomt. De soort komt langs de
Atlantische kusten voor tot Midden-België. Deze
soort is dus wat naar het noorden opgerukt.
De slak bleek echter in 1999 ook al door specialisten
opgemerkt te zijn in het Zwin. Daarnaast bleek er
ook nog een tweede, nauw verwante soort ontdekt
te zijn: Cochlicella barbara ofwel de dikke duin
hoorn. De twee soorten zijn echter nog nooit
samen aangetroffen. Van de dikke duinhoorn
bestaan gegevens over het voorkomen langs de
Zeeuws-Vlaamse kust uit 1987. In 1946 werd deze
soort voor het eerst in België aangetroffen in de
duinen van de Panne. In december 2000 nog werd
ze in grote aantallen aangetroffen net ten westen
van Breskens.
Geconcludeerd kan worden dat de vestiging van de
nieuwe immigranten succesvol verlopen is. De
opmars naar het noorden van deze voor Nederland
nieuwe soorten past goed in het beeld van de
recente uitbreiding die veel Centraal- en
Zuideuropese planten- en insectensoorten maken.
Deze verschuiving in noordelijke richting wordt ook
wel in verband gebracht met de veranderingen van
het klimaat.
Het zou interessant kunnen zijn om de verdere
noordwaartse uitbreiding van beide slakkensoorten
te volgen. Wanneer zal Cochlicella acuta de
Verdronken Zwarte Polder veroveren, wanneer
wordt Breskens door hen bereikt?
Met dank aan prof. dr. Gittenberger, L. Calle en M
Jacobusse.
Sandra Dobbelaar
Linkerslak: Cochlicella barbara, rechter: Cochlicella acuta. (Leo Bliek)