ruïnes en bouwvallen als steengroeve
te exploiteren. Dat gebeurde meestal
zo grondig, dat alleen een hoeveel
heid steengruis achterbleef. Na een
eerste restauratie, werd in 1975 een
nieuw herstel- en consolidatieplan
gemaakt. Dat was ook wel nodig,
want de "roofriddertijd" brak aan.
"Doe het zeivers" zagen ineens brood
in die oude moppen, die het zo
aardig doen als open haard in een
modern interieur. Nog altijd zijn
oude Hellenburgse moppen in de
muren van oude Baarlandse huizen te
vinden. De funderingen werden
gerestaureerd en een beplantingsplan
met de aanleg van een bescheiden
parkje kwam op tafel. Dit gebeurde in
opdracht van de huidige eigenaar, de
Stichting tot Instandhouding van
Objecten van Culturele Waarden in
Zeeland. Het bestuur van Stichting
Het Zeeuwse Landschap, die tevens
het bestuur van deze Stichting vormt,
is verantwoordelijk voor het beheer.
Tand des tijds
In de loop van de tijd raakten de fun
damenten begroeid met verschillende
soorten gele, bruine en grijsgroene
korstmossen. Korstmossen zijn een
merkwaardige samenlevingsvormen
tussen algen en schimmels. Algen
bezitten bladgroen waarmee bepaalde
organische stoffen kunnen worden
aangemaakt. Schimmels kunnen dat
niet, maar nemen mineralen op waar
de algen weer profijt van hebben.
Ook "gewone" mossen zoals muur-
mos, muisjesmos en achterlichtmos
stofferen de oude moppen. Alle drie
behoren ze tot de groep van glashaar-
mossen, die hun naam te danken
hebben aan het feit dat de top van de
blaadjes eindigt in een doorzichtige
glashaar. Achterlichtmos bezit kleine-
rode sporenkapsels, die als licht
puntjes tussen het mos zitten. Het
water van de grachten is een favoriete
lokatie voor amfibieën. Rugstreep-
padden en salamanders komen er
voor. Sommigen dachten op de-
fundamenten muurhagedissen te
hebben gezien. Dit uiterst zeldzame
reptiel is in Nederland alleen bekend
uit Zuid-Limburg. Het staat vrijwel
vast dat de waarneming op Hellen-
burg een kleine watersalamander is
geweest, die tussen de stenen scharre
lend, op zoek was naar een overwin-
teringsplek. Op het gazon en langs
het pad staan onder andere brunel en
tijmereprijs. Brunel is misschien be
kender onder de naam "bijenkorfje",
omdat de uitgebloeide bloeiwijze daar
op lijkt. Deze planten vind je vaak in
eikaars nabijheid, omdat ze graag
groeien in verdichte grond en samen
zijn ze indicatoren van minder door
mest geteisterde percelen. Ondanks al
dat moois, blijft de tand des tijds
verder knagen aan de fundamenten.
De beste manier om de resten te
conserveren is de hele zaak onder de
grond stoppen, maar dan valt er niet
zo veel meer aan te beleven. Dankzij
een subsidie uit het WCL-potje, was
het mogelijk om door herstel van het
metselwerk en het aanbrengen van
nieuwe stenen een verder verval een
halt toe te roepen. Dit is hard nodig,
al is het alleen maar om tijdens
nevelige nachten dolende ridders
passende huisvesting te bieden.