5 E Hooge koperen trom met snarenspanner enz. compleet; de banden, vroeger rood-wit-blauw, zijn later effen blauw overgeverfd. (Uit: De Schuttersgilden en Schutterijen van Zeeland. Overzicht van hetgeen nog bestaat door J.A. Jolles. uitgave van het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen, Middel burg). Metalen stempel (wapen van St. Seb., naam in den rand), in doosje als eene horlogekast, waarop "Geschenk/l 887/L. Franken." Vaandel var», zijde, waarin binnen roode en gele randen een rood Bour gondisch kruis, geelgelobd, en geborduurd een eikebladrand, borstharnas en helm op stok met piek en zwaard, gekruist, ter linker, en een groot gat (uitgeknipt gedeelte, vermoedelijk gekruiste pijlen en boog) ter rechterzijde van de voorstelling in 't kruispunt: een St. Sebas- tiaan en engeltje, pijluittrekkend, waarboven St. Seb. 's wapen en eiketakken; opschrift "Sas van Gent/An-no/1806"het geheel gescheurd en gatig, zéér gehavend. Mahoniehouten staf (twee stukken, aaneengeschroefd)onderaan en in 't midden een zilveren band, boven een smal bandje, dan de drie bewerkte vleugels, weer een bandje, nog iets hooger een breedere band, waarop gegraveerd "Ribbers hoofdman", en geheel bovenop een fraai geciseleerd vogeltje, type papegaai, zittend op een beappeld takje. Ferdinand Slock; rondom: overleden 29 Dec. 1853, begraven 2 Jan. 1854), 1939 (meeste getal schutters, Selzaete, 14 July 1839), 1841 (eerepenning, bij de oprichting van een standbeeld voor De Ruyter, te Vlissingen, 26 aug. 18411842 (twee; meeste getal schutters, en, grootste getal confreressen, beide van Westdorpe), 1851 (verguld; "Vereerd aen de heer Ed. v.d. Wattyne die bailliu schoot"; Handbg. gilde van St. Pieters by Brugge, 31 Aug. 1851) en 1859 (verguld; "Aan hunnen hoofdman H. v.d. Wattyne 28 Nov. 1859"). Een zilv. penning van het 17e Concordaatsfeest, te Watervliet, en enkele andere zonder plaats of jaartal. Twee insignes (Willem III, 1844 - 1874; en "De Koning Leve" 1817 - 1887), en een bronzen penning (langste af stand; Renaix 1886). Verguld-zilveren eereteeken van den algemeenen wedstrijd in 1852; Nederl. wapen, gekruiste pijlen en boog; achterop "VOOR HET KONINGSCHIETEN VAN WEGE DEN OPPER-BESCHERMEER"gegrav. in c een opgelegd lint met gesp, in 't midden het jaartal; waarbij behoort c een lichtblauw draaglint met randen van zilverdraad en blauwe franje.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 1968 | | pagina 8