Noten
1. Het volgende over Manus van der Jagt berust in hoofdzaak op een 'J.A. Manus van der Jagt, school
meester te Burgh' van cle hand van Arie Damman Kroniek van het land van de zeemeermin
Schouwen-Duiveland - Vereniging stad en lande van Schouwen Duiveland 29, 2004, blz. 35-53).
2. De overheidstractementen werden na invoering van de onderwijswet van 1857 afgeleid van wat
een schoolmeester eerder verdiende op basis van de schoolgelden.
3. Tine Visser, Tien Zeeuwse onderwijzers in de negentiende eeuw (Goes 1997). Daarin ook uitge
breid over Van der Baans levenswandel te Zaamslag.
4. Visser vermeldt dat Van der Baan op de school van T. van der Handel is gevormd, Damman
weet het met betrekking tot Manus van der Jagt niet zeker, hij suggereert: 'Is het misschien de
FransHollandse burgerschool van schoolhouder P. Roest, waar hij op vijftienjarige leeftijd onder
meester is?'
5. De volgende alinea's van deze sectie over Van der Baan zijn ontleend aan Tine Visser (1997).
6. Van der Baan moet zich in Wolphaartsdijk toch behoorlijk hebben kunnen redden, getuige een brief
van Gerrit Roos, de zwager van Van Dale (In Verz. Van der Baan, GA Schouwen-Duiveland); vergl.
een soortgelijke opmerking in de brief van Manus van der Jagt van 16 Juni 1863 in de bijlage.
7. In de Verzameling-Van der Baan (Gemeente-archief Zierikzee) bevinden zich twee brieven van
Manus van der Jagt aan Van der Baan (ter begeleiding van informatie over de predikanten van
Burgh-Haamstede). In een van die brieven informeert hij - Manus dus - bij de Zaamslagse school
meester wat hij gebruikt voor zijn lessen over Zeeland. Vervolgens vertelt hij over zijn eigen
schetsje dat nog in handschrift is - zie de bijlage aan het eind van deze bijdrage.
8. Voor Sluyters komt ook voor Sluijters en Sluiters. Hij was geboren in 1807 (Visser 1995, 285).
Manus van der Jagt spreekt in zijn eerste brief aan Van der Baan over het boekje van Sluiters.
9. H. Sluyters, A ardrjksku ndige beschrijving van de provincie Zeeland, ten dienst der scholen. Breda 1837.
10. Pieter Nicolaas Muijt (geb. omstreeks 1785 te Gouda), was eerst bij het onderwijs werkzaam te
Schiedam, werd openbaar onderwijzer te Delfshaven, doch aldaar ontslagen, omdat hij, 'schoon
een bekwaam man, niet bestand bleek tegen den overmachtigen invloed van den genius zij
ner woonplaatsen'. Hij werkte daarna voor uitgever N'oman te Zaltbommel en leverde hem 'een
macht van geschriften voor de scholen en leesboekjes voor de jeugd' (F. Jos. van den Branden en
J.G. Frederiks, Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde (1888-
1891) - www.dbnl.org).
11. Beide boekjes werden in 1862 uitgegeven in Kampen door Van Dam. Het eerste boekje is 56 blz.
dik, het tweede 30 blz.
12. J.C. Luitingh was hoofdonderwijzer te Middelburg; Meeter heb ik niet kunnen identificeren. Hij heeft
zulke boeken gemaakt over Zuid- en Noord-PIolland en werkte vermoedelijk niet in Zeeland.
13- Zo publiceerde Van Dale in 1852 Honderd opstellen ter verbetering voor de hoogste klassen ener
lagere school. (Groningen); in 1857: Beknopte aardrijkskunde van Palestina, gevolgd door eene
tijdtafel der bijbelsche geschiedenis, ingerigt voor scholen en catechisatien. (Schoondijke: A. J.
Bronswijk); in: 1858 Aanleiding tot het zuiver schrijven der Nederlandsche taalten dienste der
lagere scholen in de provincie Zeeland. (Aardenburg, met zwager G.P. Roos als uitgever). In 1861
verschenen van zijn hand Zinsontleding. Een leerboekje voor de volksschool. Schoonhoven: S.E.
van Nootenjle stukje] en de tweede druk van de Beknopte aardrijkskunde van Palestina. In
1862 en 1863 verschenen ettelijke andere met name op het gebied van de zinsontleding.
14. Ik beperk me hier tot zijn informanten voor Schouwen en Duiveland: de onderwijzers H.J.
Bastmeijer (*1820) (Zierikzee 1847-1895), S. de Graaff (*1797) (Bruinisse: 1818-1879), H. Schoo
(*1807) te Ouwerkerk (1829-1870) en B. van Driel uit Serooskerke (1851-1887). Onderwijzer
De Koster (*1807) van Boschkapelle gaf Van Dale inlichtingen over zijn streek in Oost-Zeeuws-
Vlaanderen, evenals de onderwijzer van Terneuzen: de aangewezen informant Van der Baan was
immers in 1862 uit Zaamslag vertrokken.
15. In de beschrijving wordt cle tekst van Van Dale gevolgd. In citaten is de interpunctie aangepast.
16. Al treft daar ook een enkele onzorgvuldigheid: Nisse betekent geen 'schor', maar neusvormig
land. In cle tekst zitten ten aanzien van de etymologie of historische achtergrond van plaatsna
men nog meer fouten, bijv. Oostlcapelle.
17. Dat laat zich vrij precies berekenen. In de brief van augustus 1865 zegt hij dat hij drie weken
eerder De Looze heeft geschreven, de brief heeft geen dagtekening maar het poststempel is '8
augustus' en drie weken eerder wijst naar de vergadering in Zierikzee. Overigens is het beslist
mogelijk dat Manus van der Jagt Van Dale thuis heeft ontvangen: na afloop van cle vergadering
in Zierikzee heeft hij met een andere congresganger, zijn Leidse collega, J.A. van Dijk, een reisje
over Schouwen gemaakt. (Zie Van Driel 2003, 180-183)-
96