twee weken vertrok de Staffel op 20 september alweer naar Valkenburg van
waaruit enkele dagen later overplaatsing naar het oostfront volgde.23
Op de dag van het vertrek van de 2./JG 52 arriveerde de I./JG 53 vanuit
Mannheim-Sandhofen in Nederland. De 2./JG 53, onder het bevel van Haupt-
mann I. Prestele, kreeg opdracht zich naar Haamstede te begeven. De rest van de
Gruppe ging naar Valkenburg. Ook de 2./JG 53 hield zich met zijn Messerschmitt
Bf 109's voornamelijk bezig met de bewaking van het Nederlandse kustgebied
en het geven van luchtdekking aan scheepskonvooien. Het kwam daarbij ech
ter zelden of nooit tot een contact met de RAF. De eenheid boekte dan ook geen
successen en vertrok op 20 oktober naar het vliegveld Vlissingen.24
Operationeel op de voorgrond
Vanaf eind oktober 1941 tot februari 1942 vonden geen vliegende eenhe
den onderdak op Haamstede. De enige gebeurtenis van betekenis in deze
periode vond plaats op 8 januari 1942 toen er brand uitbrak in het gebouw
van de Bauleitung, waardoor behoorlijk wat schade ontstond. Volgens de
Sicherheitsdienst (SD) was de oorzaak hoogstwaarschijnlijk sabotage.25 De win
termaanden aan de Noordzeekust verliepen sowieso zonder veel wapengeklet
ter. Dit veranderde begin februari 1942. De Duitse legerleiding besloot toen de in
Brest voor anker liggende slagschepen 'Scharnhorst' en 'Gneisenau' te verplaat
sen naar Noord-Duitsland. Dit zou gebeuren onder begeleiding van de zware
kruiser 'Prinz Eugen', alsmede talrijke jagers en torpedoboten én de Luftwaffe.
De schepen lagen sinds maart 1941 in de Franse havenplaats en waren steeds
vaker het doelwit van Britse bommenwerpers. De Luftwaffe-operaties die
met deze uitbraak gemoeid waren, kregen de codenaam 'Donnerkeil' mee.
Vanzelfsprekend waren ook de Nederlandse kustvliegvelden nauw betrokken bij
deze Sondereinsatz. Voor Haamstede was zelfs een centrale rol weggelegd. Op 1
februari gaf de Luftw&gffe-leiding het bevel om de gehele II./JG 1 - ongeveer 30
toestellen - naar Haamstede te verplaatsen.26 Op 3 februari arriveerde het grond
personeel op het Zeeuwse vliegveld. Door het slechte weer, vorst en sneeuw,
liet de verplaatsing van het vliegende materieel tot 7 februari op zich wachten.
In de avond van 11 februari ging de operatie van start en zetten de schepen
koers naar Noord-Duitsland. Pas de volgende middag werden de schepen, inmid
dels ter hoogte van Le Touquet, door een verkenningsvliegtuig van de RAF opge
merkt. Verbeten gevechten rond en boven de schepen waren het gevolg, waarbij
door de Britse Marine Luchtvaartdienst, de Fleet Air Arm (FAA), zelfs stokoude
Fairey Swordfish-torpedovliegtuigen weerden ingezet. Op Haamstede hield de II./
JG 1 zich ondertussen vanaf 8.30 uur met ruim twintig vliegklare Bf 109's gereed
voor actie. Pas bij het naderen van de vloot in de namiddag ontving de Gruppe
de eerste opdracht. Onder zeer barre weersomstandigheden stegen omstreeks
16.30 uur acht toestellen op. Een uur later startten de overige Messerschmitts van
de II./JG 1, in totaal vijftien vliegtuigen, 0111 de schepen in de laatste 40 minu
ten voor het invallen van de duisternis van directe luchtdekking te voorzien.
Ondanks het slechte vliegweer raakten verscheidene vliegers van de Gruppe tij
dens deze missie in gevecht met toestellen van de RAF. Toen de Duitse jacht
vliegtuigen na een bijna twee uur durende vlucht om ongeveer 18.30 uur weer
op Haamstede waren teruggekeerd, kon de balans worden opgemaakt. Daaruit
bleek dat de missie in totaal zeven zekere en één waarschijnlijke overwinning
had opgeleverd. Eigen verliezen werden niet geleden.27
58