De Meelstraat
De nieuwe eeuw was nog geen twee maanden oud toen J. Franse de aandacht
van zijn medecommissarissen vestigde op een vrijkomend pand aan de Meelstraat,
hoek Klokstraat. Het woonhuis van mejuffrouw Mulock Houwer naast het post
kantoor leek hem uitermate geschikt voor de bank omdat er aan weerszijden van
de gang een voorkamer lag waarvan de ene gebruikt kon worden als wachtkamer
en de ander als kantoor. De boekhouder zou er goed kunnen wonen en de prijs
was billijk: 2700 gulden. Cau die het pand heel geschikt vond, had al berekend
dat de koopprijs omgerekend neer zou komen op een jaarlijkse last aan rente,
onderhoud en belasting van niet veel meer dan 250 gulden, de huidige bijdrage
aan de kantoorkosten van de boekhouder. Toen iedereen enthousiast instemde,
vroeg de president zich hardop af of voor deze aankoop toestemming van het
departement nodig was, onder verwijzing naar art. 12 van het reglement dat in
gelegde gelden niet zonder machtiging in gebouwen mochten worden belegd.
Na enige discussie kwam men tot de spitsvondige juridische conclusie dat het hier
niet ging om een belegging maar om een aankoop voor eigen gebruik. Het lijkt
niet te ver gezocht om in deze oplossing een geesteskind te zien van het juridi
sche brein van mr. J.P. Cau.
De firma J. Lips uit Dordrecht zou een
kluis bouwen in het aangekochte pand aan
de MeelstraatMaar de commissarissen
zagen er in tweede instantie vanaf.
Toch deed men later wel zaken met
elkaar, getuige dit vignet bij de bank-
kluisjes in de kelder van Havenpark 16.
'foto R.H.)
In 1900 kocht de bank voor het eerst een
eigen gebou w links op de foto), gelegen
aan de Meelstraat, op de hoek met de
Klokstraat.
Nog geen twee weken later moest men het departement in antwoord op een drin
gend schrijven berichten dat de geruchten inderdaad klopten dat men een pand in
de Meelstraat had aangekocht. Zover was het waarschijnlijk in werkelijkheid nog
niet, maar op deze manier leek men het departement voor een voldongen feit te
Spaarbank-gebouw in de Meelstraat.
53