NEDERLANTS
Zouden de geherstructureerde restanten van de WIC, die in 1621 was gesticht om
de handel met en kolonisatie in Noord Amerika te bevorderen, geïnteresseerd
zijn in dergelijke utopische mijmeringen? Hoewel de WIC al in 1624 kolonisten
gestuurd had, slaagde hun systeem van Patroonship, dat aandeelhouders aan
moedigde om landheer te worden, er niet in om veel kolonisatie tot stand te
brengen. Dit kwam omdat het in feite de winstgevende bonthandel prefereerde
boven een stabiele kolonie. De WIC-kolonie aan de Delaware Bay, opgericht ter
exploitatie van de walvisvaart, kwam daardoor nooit tot ontwikkeling. Rond 1640
had de WIC een meer pragmatische politiek van religieuze tolerantie ontwikkeld
en had het een handvest dat emigratie aantrekkelijker moest maken voor meer
bescheiden nieuwkomers, om zo meer vaart achter de kolonisatie te zetten. Deze
pogingen waren echter nauwelijks succesvol, omdat maar weinig Nederlanders
hierin een mogelijkheid zagen om hun situatie te verbeteren.
Op 20 april 1662 gingen de Amsterdamse magistraten akkoord met de financiële
ondersteuning van Plockhoys plannen een kolonie te vestigen langs de Delaware
Bay, in Zwaanendael. Met het oog op winst leek dit kleine utopia in dit tijdsge
wricht een goede investering.
Begin juni tekende hij de overeenkomst en stemde hij in met het bekend maken
van "de namen van 25 personen die met het eerste schip meegaan naar bovenge
noemde kolonie om daar te gaan wonen, landbouw te bedrijven, te vissen,
ambachten uit te oefenen en zo hard mogelijk te werken; niet alleen om zelf
comfortabel te leven, maar ook voor andere toekomstige bewoners." In ruil hier
voor wist Plockhoy te bewerkstelligen dat zijn kolonie een belastingvrijstelling
voor een periode van 25 jaar kreeg, dat zij het grootste deel van de winsten
mochten houden en zoveel grondgebied mochten kiezen als ze tot ontwikkeling
konden brengen, plus het recht om
eigen wetten te mogen maken. De
magistraten van Amsterdam boden
elke kolonist een lening aan van 100
gulden; vrouwen en kinderen reisden
voor niets mee.
Zijn 84 pagina's tellende "Kort
Verhael van Nieuw Nederlants" ("Brief
Account of New Netherland"), dat in
oktober uitkwam, was een bundeling
van de zeven brieven tot één pamflet
en was de aankondiging van zijn
intentie om een kolonie te stichten
voor "de vele arme en behoeftige
gezinnen". In dit pamflet probeerde
Plockhoy de angst weg te nemen van
de meer conservatieve partijen, die
meenden dat zijn voortdurende plei
dooi voor gelijkheid het verlies van
individualiteit zou betekenen. Hij stel
de ook zijn financiers gerust door te
stellen dat zijn experimentele ge
meenschap, gebaseerd op morele
zorgzaamheid, winstgevend en con-
KORT VERHAEL
Van m 1 e V IV-
Gelegentheit, Dcughdcn, Naruerlijke Voorrechten, en by
zondere bcquaemneidt terbevolkmghMitsgaders eenigt
(Retjueflen, VrrtoogenVcduflien, enten dien einden dooi
eenige Liefhebbers ten verfcheidc tijden omtrent 't lactf
van 'tjaer 1661geprefenteertaende A.A. Heerefl Bur
germeesteren dezer Stedeof der zeiver E. E. Hcc-
ren Gecommitteerdeenz.
Sfct 6mtor orfjtrr be Voor-Reden ben Korten Inhoot XaSifOfc
örr# b« tPaerfcboowiogb aen de Boek-Tcrkoopers(laeabe
fysx terbdgotf op b'anber- of
ffftmfct tn't Jan nd.
30