levensbeschouwelijke, de godsdienstige en in het bijzonder de humanistische
invloed op de werken van beide dichters. In zijn slotbeschouwing stelt hij dat in
de laatste eeuw de begrippen 'humanist' en 'humanisme' aanleiding tot allerlei
misverstand en begripsverwarring zijn geweest. Vooral in orthodox-protestantse
kringen heeft men deze begrippen aldus verklaard, dat de humanist alleen de
glorie van de 'Mens' in de wereld ontdekte en de grote daden Gods in de schep
ping volkomen miskende en ontkende. Voor de 17de en 18de eeuw is deze
generaliserende aanduiding volgens Adriaan niet op zijn plaats.
Kennisname van Adriaans doctoraalscriptie is anno 2000 alleszins de moeite
waard.
De eerste banen
Spoedig na het afstuderen vond Adriaan zijn eerste baan als redacteur buitenland
bij één van de toenmalige Rotterdammer-kwartetbladen, het dagblad 'De
Rotterdammer'. Bij de introductie van het dagblad tijdens een propagandabijeen-
komst van de Antirevolutionaire Persvereniging in 1903 kreeg het dagblad als
ondertitel: 'Antirevolutionair Dagblad voor Rotterdam en omstreken. Orgaan der
Antirevolutionaire Persvereniging'. In 1941 was het dagblad een verschijningsver
bod door de Duitse bezetter opgelegd en in mei 1945 opnieuw verschenen. Toen
Adriaan in dienst trad waren directie en redactie nog middenin een proces van
bezinning en heroriëntatie. Dat hij zich met zijn liberale opvoeding en achter
grond binnen de redactie niet erg thuis voelde laat zich verstaan. Verschillen van
opvatting over de politieke situatie in die dagen leidden na korte tijd tot beëindi
ging van het dienstverband. Bij onderzoek in het archief van 'De Rotterdammer'
bleek dat het grootste deel van de redactionele artikelen niet ondertekend was.
Daardoor was het moeilijk artikelen van Adriaans hand op te sporen. Enkele arti
kelen, welke ik vond, waren naar mijn stellige overtuiging, voor wat betreft spel
ling en stijl ongetwijfeld van zijn hand.
Redactie van het weekblad 'De Hervormde Kerk' 12 november 194/. Adriaan zittend derde van links.