50
nis van Anthony van Leeuwenhoek heeft opgeluisterd, en
later, op verzoek der Nederlandsche sub-commissie, tot gelijk
doeleinde is toegezonden aan het bestuur over het South-
Kensington museum te Londen.
Zoo werden ook de bij het genootschap berustende
schetskaartjes, geographische teekeningen en andere docu
menten betrekkelijk den Nederlandschen reiziger Samuel
van, de Putte tijdelijk gesteld ter beschikking van den hoog
leeraar P. J. Vethdie daarin aanleiding vond, om in een
wetenschappelijk betoog de verdiensten van dien beroemden
gewestgenoot in het licht te stellen.
Aan den hoogleeraar A. P. N. Pranchimont is afgestaan de
helft van een uit het zeldzame Lithofellin-zuur bestaande steen
die een deel uitmaakte van eene in 1777 aan het genoot
schap geschonken collectie Oost- en West-Indische Bezoar
steenen. Wij deden daarvan eenigzins schoorvoetend afstand
omdat zulke steenen groote waarde schijnen te hebbendoor
dat men die scheikundige stof schier uitsluitend in zulke
eigendommelijke galsteenen aantreft. Omtrent den uitslag
van het wetenschappelijk onderzoek van dien steen hebben
wij tot ons leedwezen nog niets vernomen.
Bibliotheek.
De bibliotheek is sedert het laatste verslag weder aanmerkelijk
vermeerderdmeest door geschenken van binnen- en buiten-
landsche genootschappende Nederlandsche regeeringdirec
teuren leden en particulieren. De verzameling van geschriften
over Zeeland handelende, in die provincie gedrukt of uit
gegeven, of door Zeeuwen geschreven, begint meer en meer
volledig te worden. Zij werd vermeerderd door het aan-
koopen van een exemplaar der zeldzame Kroniek van Aman-
dus van Zierikzeegedrukt te Antwerpen in 1534, alsmede
van het Iiequesie enz. tegen de wederdoopereneen der
eerste, zoo niet het allereerste voortbrengsel der Middel
burgschepers, dat in 1580 bij Richard Schilders het licht zag.
51
Ons voorbeeld, om de provinciale verzamelingen op die
wijze te begrenzen, schijnt belangstelling en hier en daar
navolging te wekken.
Van den heer mr. M. P. Lantsheer ontvingen wij bij
zijn vertrek naar 's Gravenhage een belangrijk geschenk
en wel o. a. eene zeldzaam zoo volledig voorkomende ver
zameling der zoogenaamde spectatoriale vertoogenwelke
in de 18e eeuw in Nederland het licht zagen.
Verder werd de bibliotheek door den minister van kolo
niën verrijkt met een exemplaar der van regeeringswege
uitgegeven beschrijving van den Borö-Boedoertempel op Java
met ongeveer 400 afbeeldingen.
Onlangs werd onze boekerij door ops oudste lid, den
heer dr. J. P. Bergman te Leiden, in zijn testament door
het schenken van een paar zeldzame en kostbare werken
bedacht.
De boeken verkeeren in goeden staat, doch de ruimte
blijft veel te wenschen overlaten, wat bij de plaatsing van
nieuw ontvangen werken niet weinig bezwaren oplevert.
De behoefte aan eenen nieuwen cataloog doet zich ge
voelen. De jaarlijksche vervolgen, waarvan enkelen reeds
zijn uitverkochtmaken het raadplegen lastig en op voorstel
van den bibliothecaris is beslotendaarmede niet voort te
gaanmaar liever te beproeven later een nieuwen cataloog
waarvoor de bouwstoffen gereed zijnhet licht te doen zien.
Behalve dat alle ingekomen boekwerken in handen ge
steld worden van eene der beide afdeelingen, waartoe deze
behooren, worden zij bovendien geruimen tijd voor de di
recteuren en leden ter inzage gelegd. De akademische
proefschriften op genees- en natuurkundig gebied worden
bovendien tijdelijk ter beschikking gesteld van het genees
kundig leesgezelschapde harmoniewelks leden hun
verlangen hadden te kennen gegeven, zooveel mogelijk op
de hoogte te blijven van den wetenschappelijken arbeid aan
onze universiteiten.