44
de waarneming van het voorzitterschap had belast, werd
alstoen tot voorzitter benoemd jhr. mr. J. W. M. Schorer.
Het uitvoerend bestuur bestaat thans uit de heeren:
Jhr. mr. J. W. M. Schorervoorzitter1884
E. Nagtglas j 1880
K. R. Pekelharing bestuursleden1881
Dr. J. G. de Man. 1882
Mr. Gr. N. de Stoppelaarsecretaris1880
Mr. D. A. Berdenis van Berlekomthesaurier 1884
Het bestuur hield van September tot April, overeenkom
stig het bepaalde bij artikel 53 der wet, geregeld zijne maan-
delijksche vergaderingen. Ook in den zomer kwam het
meermalen bijeen tot het bespreken van verschillende onder
werpen in het belang des genootschaps.
Dikwerf zorgde hetdat eene commissie uit zijn midden het
genootschap vertegenwoordigde op onderscheidene bijeenkom
sten van wetenschappelijken en letterkundigen aard, waar
voor verwezen wordt naar het later volgende onderdeel van
dit verslag, meer bepaald gewijd aan de behandeling van
de betrekkingen van het genootschap met de overige bin
nen- en buitenlandsche vereenigingen.
Gewone vergaderingen.
De gewone maandelijksche winter-bij eenkomsten hadden
geregeld plaats.
Mag eene meer of minder talrijke opkomst van directeuren
en leden eenigszins kunnen gelden als maatstaf voor hunne
belangstelling in het genootschap en zijne werkzaamheden,
dan is het aangenaam hier te mogen vermeldendat die
vergaderingen in het laatste vijfjarig tijdvak in den regel
beter zijn bezocht dan vroeger. Het gemiddeld cijfer voor
ieder der vijf jaren, waarover dit verslag loopt, bedroeg
30 tot 45.
Niet zonder invloed is daarop natuurlijk de al of niet
45
benoeming van te Middelburg woonachtige leden. Daarbij
mag ook niet uit het oog verloren wordendat enkelen van
liendie als directeur toetreden dit grootendeels doen om
gebruik te kunnen maken van de leesinrichtingen minder
om aan de overige werkzaamheden deel te nemen.
De vergaderingen van October waren steeds gewijd aan
de mededeeling van verschillende bijzonderheden en aan
het doen van verslag omtrent eenige ten geschenke ont
vangen voorwerpen. Op de overige bijeenkomsten heeft
het niet ontbroken aan verscheidenheid; het veld der weten
schap werd wederom in allerlei richtingen bewandeld.
Een groot deel van den avond werd door de lezingen
ingenomen. Hieronder volgen de namen der sprekers en
het onderwerp door hen behandeld.
1874. November. J. H. Gerlach. Schets van de repu
bliek der mierenhaar maatschappelijk en huiselijk leven.
1875. Januari. K. R. Pekelharing. Over de Nemesis,
naar aanleiding van de voorstelling van Herder.
Eebruari. Mr. G. N. de Stoppelaar. Wandelimg door
het oude Middelburg. Over de verschillende hoven van het
handbogen-gilde aldaar.
Maart. Mr. G. A. Eokker. Over de bevolkimg van Mid
delburg vóór 1795. E. Nagtglas. Over den Zierikzeeschen
arts en geleerde Job Baster.
November. Dr. S. Dobbelaer de Wind. Over de honds
dolheidhaar ontstaanvoortplanting en de middelendie ter
har er genezing of voorkoming kunnen en behoor en te worden
aangewend:
December. T. H. de Beer. Over Lessing"1 s Nathan der Weise.
1876. Januari. Dr. Y. Keijzer. Over het zenuwstelsel
en de zintuigen der weekdierentoegelicht met exemplaren
behoorende tot zijne eigene verzameling en tot die van het
genootschap.
Eebruari. E. Nagtglas. Over de merkwaardige gebeurtenissen
van het jaar 1809, vooral naar aanleiding van de berichten
Jar.v.aftr.