A. MACKOR ende voochtich weer dat es geweest...". Bovendien is rapporteur Van Warmondt langdurig ziek geweest. Intussen is Anna ingetreden in het Karthuizer klooster buiten Brugge, vrijwillig volgens haar oom. tegen haar wil volgens Cornelis. Haar leengoeden Bewesten Yerseke zijn grotendeels verdronken in november 1530 en 1532. Wat resteert, wordt nu door de rentmeester Bewesterschelt vanwege de K(eizerlijke) M(ajesteit) verkocht. Met vele relevante en irrelevante details bestoken beide partijen elkaar in deze zaak.26' Romboult vander Venne, met Cornelis opnieuw als voogd over zijn minderjarige kinderen (1543). Ditmaal gaat het over ca. 24 viertelen tarwe, dat is ca. 6 hoed.27', die Romboult nooit geleverd heeft, maar wel aanbiedt te leveren. De schepenen van Reymerswale worden door Cornelis aangevallen in april 1544 in één van zijn laatste acties. Hij wil dat schepenen een niet met name genoemd vonnis aan hem leveren. Dan heeft hij nog een geschil op 6 mei met een deurwaarder van het Hof, Matheus Heynricxsz. en op dezelfde dag nog één tegen schepen Pieter Claesz. Groteboerse, die een deurwaardersexploit heeft aangenomen voor bovengenoemde De Pommereaulx. Cornelis kan nog steeds niet verkroppen dat hem in het verleden een huis is afgenomen en hij spartelt nog steeds heftig tegen. o.a. door een claim van de koorofficianten te bestrijden op een rente op dit huis. Hij verblijft dan „...in den Hage als plaetse zijnder residencie...". Vermoedelijk is hij kort hierop overleden, maar harde bewijzen daarvoor heb ik niet.28' Cornelis vander Mare als stadhouder van Zuid-Beveland (1535 en 1536) We hebben in het voorgaande gezien dat Cornelis door twee opvolgende rentmeesters BewesterSchelde (Adolf Hardinck, 1535; Adriaen van Heetvelde, 1536) is aangesteld tot hun stadhouder voor Zuid-Beveland, zoals er b.v. ook een stadhouder voor Walcheren was. Dat zijn aanstelling niet verlengd werd, lijkt volledig verklaarbaar, gezien de aard van Cornelis, die hierboven al is aangestipt. Zijn optreden in de praktijk van het stadhouderschap is uitvoerig gedocumenteerd in de jaarlijkse rekeningen van de rentmeester. Dit optreden is in die betrekkelijk korte tijd vaak en op vele plaatsen geweest. Zoals gezegd werkte hij vanuit zijn toenmalige woonplaats Hoedekenskerke. De rekeningen vermelden met hoeveel dienaren en voor hoeveel dagen hij absent is geweest.29' Zij kregen daggeld; voor Cornelis bedroeg deze 2 schellingen per dag ofwel 24 penningen, heel wat beter dan de 2,5 penningen die een arbeider in die tijd gemiddeld verdiende. Laten we hem in de eerste drie maanden volgen. Zijn verslag begint in mei 1535 als hij naar Heinkenszand en Baarland gaat voor de arrestatie van spekhalers landlopers). Dan huurt hij een schuit en vaart naar Waarde, waar een man verdronken is door toedoen van een ander, genaamd 'blauwe Zack'.30' In Biezelinge arresteert hij een kramer van Bergen (op Zoom), die uit Middelburg gebannen is. De volgende handeling is in Ovezande waar hij 7 spekhalers arresteert en naar Goes brengt. Vandaar wordt een bode naar de rentmeester gezonden en één naar Biezelinge. In juni gaat hij met dienaren naar Reymerswale om een verdoopte. Cop Heynne. te vangen. Deze wordt bij het gat van Lodijke bij ongunstig tij inderdaad gevangen en in Reymerswale achtergelaten. Vervolgens pleegt hij in Middelburg overleg met de rentmeester. Daar verneemt Cornelis ook hoe hij zich moet opstellen t.a.v. het plakkaat van den „derringhen ende geestelicke personen". Ook krijgt hij de opdracht in Waarde 90

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1998 | | pagina 92