J. KOK stoomtrein van Bergen op Zoom over het hulpspoor bij de Kreekrakdam naar Goes. Al eerder, op 7 september 1866, werd een proefrit uitgevoerd tussen Goes en Kapelle. In 1868 werden proefritten over de Vlakebrug uitgevoerd. Maar op 1 juli 1868 werd het baanvak Bergen op Zoom - Goes feestelijk geopend, evenals de hieraan gebouwde stations Rilland (km 28.176), Krabbendijke (km 31.493), Kruiningen (km 38.157), Vlake (km 40.256) en Biezelinge (km 44.100). Er reden toen 4 paar treinen Roosendaal-Goes per dag. Vanaf 1 december 1870 was het mogelijk dat voetgangers gebruik gingen maken van de noordelijke baan op de Kreekrakdam. Om Vlissingen te bereiken moest nog de Sloedam - met een lengte van 1 km - door het Sloe worden aangelegd. Zodoende werd het 19 km lange baanvak Goes-Middelburg pas op 1 maart 1872 geopend. Op 1 september 1873 volgde de aansluiting tot Vlissingen-Haven en twee maanden later tot Vlissingen-Stad. Uiteindelijk was de gehele Zeeuwse spoorlijn gereed. Deze 75 km lange spoorlijn werd in 1876 ook van belang voor het internationale spoorwegverkeer. De N.V. Koninklijke Nederlandsche Postvaart, beter bekend als de N.V. Stoomvaart Maatschappij "Zeeland" (SMZ), opende de bootdienst Vlissingen-Sheemess. In aansluiting op deze radarstoombootschepen gingen vanaf 1876 de boottreinen rijden, waardoor de verbinding Londen-Keulen tot stand kwam, alsmede postvervoer voor de Deutsche Reichspost. Vanaf 1885 reden in deze treinen ook restauratierijtuigen van de Compagnie Internationale de Wagons Lits mee. Weer later reden er ook rijtuigen naar Berlijn en Hamburg in deze booottreinen mee. De boottreinen, die niet op de tussengelegen stations stopten, hadden ongeveer 100 minuten nodig voor de rit Roosendaal- Vlissingen. De stoptreinen hadden ongeveer 2 uur nodig. Vergelijken we dit met heden: Intercity- treinen 54 minuten en stoptreinen 58 minuten. Op 25 november 1939 reed de laatste boottrein over deze route. De Zeeuwse lijn werd steeds drukker bereden. Daarom werd in een periode van 9 jaar deze lijn dubbelspoors aangelegd, n.l.: - 1885: Roosendaal-Bergen op Zoom (12,5 km) - 1885: Middelburg-Vlissingen-Stad 5,4 km) - 1887: Bergen op Zoom-Kruiningen (25,6 km) - 1888: Kruiningen-Middelburg (30.1 km) - 1894: Souburg-Vlissingen-Haven 2,4 km) De drukte in het Kanaal door Zuid-Beveland was inmiddels ook belangrijk toegenomen. In dit kanaal passeerden achtereenvolgens: - 1868: 17.500 schepen, draagvermogen 0.9 miljoen ton - 1888: 29.400 schepen, draagvermogen 2.1 miljoen ton - 1908: 51.500 schepen, draagvermogen 9.4 miljoen ton De capaciteit van het kanaal werd vergroot door bij de bruggen een tweede doorvaartopening te realiseren. In 1910 was Ir. Ch.H.J. Driessen als adjunct-ingenieur eerste klasse betrokken bij het maken van de tweede doorvaartopening van de spoorbrug bij Vlake. Deze dubbelsporige brug kon in de Eerste Wereldoorlog worden voorzien van springladingen teneinde deze niet in handen te laten vallen van de (mogelijke) vijand. De sterkte van het detachement, belast met de vernieling van de spoorbrug bestond uit: 1 sergeant, 1 korporaal en 5 manschappen. Dit detachement beschikte over 7 houten kisten, alsmede over één loopplank van 2.5. meter. Naast vele hulpmiddelen bevatten deze kisten de springlading, bussen met trotyl, ontstekingspatronen, slagkoordgeleidingen, vuurkoord en windlucifers. In geval van het daartoe strekkende bevel moest de vernieling op de oostelijke arm van de brug plaats vinden op 3 meter vanaf de spil. Deze plek was al met witte verf aangegeven. Voor de vernieling van de vaste overspanning waren de sergeant en drie manschappen aangewezen. De korporaal en twee manschappen waren belast met de vernieling van de draaibrug. De nodige springmiddelen mochten pas worden aangebracht als het vaststond 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1996 | | pagina 8