SPOREN DOOR REIMERSWAAL EN KAPELLE
Een langdurige onderbreking van het treinverkeer ontstond in de nacht van 31 januari op 1
februari 1953. Deze grote watersnoodramp heeft voor grote stagnaties gezorgd en een half jaar
lang was er geen treinverkeer mogelijk. De Rijkswaterstaat gaf in de avond van 31 januari aan
de N.S. de waarschuwing dat er een bijzonder hoge waterstand was te verwachten. Het personeel
belast met het sluiten van de coupuredeuren in de dijkovergangen werd gewaarschuwd. De
Reigersbergschepolder bij Rilland liep onder water. Het station aldaar werd geheel ingesloten
door de watermassa. Op het emplacement stonden nog 4 goederenwagons. Het baanvak tussen
km 25.5 en km 29.5 was overstroomd. Het meest getroffen was wel het baanvak was wel het
baanvak tussen de halte Oostdijk en station Kruiningen (lengte ongeveer 4 km). Het emplacement
daar was vrijwel vernield en het station was vanaf de Zanddijk bij laag water nog te bereiken.
Boven het station woonde de stationschef Hulshof. Hij en zijn gezin bleven daar in deze moeilijke
tijd wonen. Voor de rangeerdienst was er altijd een locomotor in Kruiningen aanwezig. In de
rampnacht stonden op de goederensporen aldaar 31 goederenwagons en 4 lege platte wagons
voor het vlasvervoer. Dit materieel kwam in het zoute water te staan. Gelukkig waren de
vloeddeuren in de coupures bij de Zanddijk tijdig gesloten, zodat het gebied ten westen daarvan
niet overstroomde. De kapotte locomotor werd op 4 februari naar Goes gesleept. Bij eb werd
de enkelsporige coupuredeur - van de afgebroken goederenlijn naar Vlake - daartoe geopend.
De dubbelsporige coupuredeuren bleven gesloten. Ook de goederenwagons werden meegenomen.
In de winterdienstregeling 1953 was in Goes de dieselelektrische locomotief 612 voor de
rangeerdienst en de bediening van de in de omgeving gelegen laad- en losplaatsen geplaatst.
Deze locomotief - afkomstig van het U.S. Army Transportation Corps - werd gebruikt voor de
ritten naar Kruiningen met de materieeltreinen. Voor het noodzakelijke verkeer werden enkele
noodverbindingen ingevoerd:
- Goes-Yerseke (AMZ-autobussen)
- Yerseke-Gorishoek (noodveerdienst)
- Gorishoek-Bergen op Zoom (BBA-autobussen)
- Bergen op Zoom-Antwerpen-Gent-Sluis-Oostburg-Breskens N.S.-autobusdienst met autobus
sen van de SBM. Men noemde dit het 'hoefijzerverkeer". Op het grondgebied van het Koninkrijk
België mocht niet worden in- of uitgestapt. Er werden twee ritten per dag uitgevoerd en de
reis duurde 3 uur en 40 minuten)
- Vlissingen-Kapelle N.S. treindienst met een dieselelektrisch vijfrijtuigenstel)
- Kapelle-Krabbendijke (N.S.-autobussen)
- Krabbendijke-Bergen op Zoom N.S. treindienst, rijtijd 26 minuten)
- Breda-Antwerpen-Breskens (ZVTM-autobussen in concurrentie met de N.S./SBM-autobus-
dienst, speciaal voor de reizigers naar/van Oost Zeeuws-Vlaanderen. De dienst werd tweemaal
daags uitgevoerd.
- Perkpolder-Hoedekenskerke (tijdelijke PSD-veerdienst, omdat de veerhaven in Kruiningen
totaal vernield was)
Op 13 februari werd een begin gemaakt met het leggen van een nooddijk bij de Vierdeweg bij
Rilland, zodat vanaf 16 februari de treindienst vanaf dit voorlopige eindpunt naar Bergen op
Zoom werd heropend. Voor het herstel van de beschadigde spoorlijn was veel zand nodig. Dit
zand werd aangevoerd vanaf de zanderij bij Wouw. Deze zanderij was al gesloten, maar kon
worden heropend, omdat de sporen nog aanwezig waren. Weldra reden er dagelijks 5 treinen
van eerder genoemde zanderij Wouw tot even vóór Rilland, een rit van 18 km, die 45 minuten
duurde. Er waren ongeveer 1500 militairen aanwezig om de zandzakken te vullen voor de 1800
meter lange nooddijk langs de spoorlijn en de rijksweg. Dagelijks werd ongeveer 3200 ton zand
vervoerd. Voor het laden in Wouw waren drie draglines beschikbaar. In één uur tijd werd een
17