J. KOK
Bij deze werkzaamheden behoorde ook de verbreding van het kanaal. De westelijke kanaaloever
werd 17 meter verlegd. Tijdens de bouw werd er rekening mee gehouden dat het scheepvaartverkeer
zo min mogelijk hinder ondervond. Voor het treinverkeer was de lage spoorlijn nog steeds in
bedrijf. Op 1 augustus 1937 waren alle werkzaamheden gereed en na een garantieperiode van
zes maanden werd het geheel opgeleverd.
Op de dag van het huwelijk tussen HKH Prinses Juliana en ZKH Prins Bernhard, op 7 januari
1937 in Amsterdam, behoefden de reizigers uit Zeeland niet de verplichte D-treintoeslag te
betalen als zij met de internationale treinen D 8 en D 19 reisden. De dienstregeling van deze
treinen was (met overstappen in Roosendaal): Vlissingen v 7.32, Amsterdam CS a 11.19 en
Amsterdam CS v 20.34, Vlissingen a 00.16.
De hooggelegen spoor- en verkeersbrug met op de voorgrond de buiten gebruik gestelde lage spoorbrug
(ca. 1938)
foto: DCZD
De laag gelegen spoorbrug werd opgeruimd en ook de laag gelegen verkeersbrug bij Schore
verdween uit het landschap (1939). De nieuwe Vlakebruggen waren van een unieke constructie
en het geheel nam een markante plaats in. Van het oude station Vlake was niets meer terug te
vinden. Wat was gebleven was de losweg bij Vlake, die bereikbaar bleef over het oude noordelijke
spoor, dat bij het station Kruiningen aansloot op het emplacement. Op 27 juli 1938 werd dit
spoor in gebruik genomen. Niet alle zware treinen konden de hellingen van de brug berijden.
Daarom werd ook gebruik gemaakt van opdruklocomotieven en bij de stations van Kapelle en
Kruiningen werden nieuwe wissels gelegd om de terugkerende locomotieven over het juiste
spoor te laten rijden. In 1938 passeerden maar liefst 83.100 vaartuigen met en draagvermogen
van 27.6 miljoen ton het kanaal, d.w.z. gemiddeld 332 ton per vaartuig. Dat jaar gaf de
dienstregeling meer dan 30 reizigerstreinen per dag te zien met daarbij ook een flink aantal
goederentreinen.
10