J. WALRAVE
De schrijver hiervan heeft het een genoegen gevonden de nodige afkortingen te gebruiken. Bij de
aanduiding van de diverse personen en rollen gebruikte hij de: als afkortingsteken. Zo waren er
naast een koning, een koningin. 2 speellieden, een secretaris, 2 schenkers, 2 dansers, 2 zangers,
3 portiers, 2 bodes, een zot en een zottin in het spel vertegenwoordigd.
Aan de hand van lijsten met namen der leden, die telkens op de kamerbijeenkomst verschenen,
komen wij tot de conclusie, dat de verdeling van de rollen van dit spel over de deelnemers ongeveer
uit 1730 dateert. Wederom rekening houdend met het afkortingsteken zijn de volgende leden thuis
te brengen: Jan Allemekinders, Balten (Jacobsen) van Weele, Pieter Verdonk, Comelis Nagelkerke,
Ewout (Adriaense) Raas, Comelis Langema(i)re, Jacob Raes en Jorus Marinusse (Eterbeeke).
In die tijd was Frans (Pieterse) van Waijenberg ook lid, doch kreeg hij kennelijk geen rol
toebedeeld. Tussen haakjes zijn de namen toegevoegd, die elders en dus vollediger waren vermeld.
Wie de andere spelers waren en waar ze vandaan kwamen, is niet ontdekt kunnen worden. De
kamerlijsten over die periode 1717-1740 vermelden geen namen, die enig aanknopingspunt
daarvoor geven. Zouden zij van elders als gastspeler zijn opgetreden?
In 1773 is de aantekening nog duidelijker.
"Jos van den broekekoning
Jan Raas
Comelis Vette
Comelis Raas
Jan van den broeke
Jacob hoft
Comelis buikelaar
Job bottense
Jacobus huige
Adrihen blok
Jacobus Kegel
sottinne
schijnker
1 poortier
danser
3 poortier
sijnger
timmermanspeelman
2 poortier
bode
sot.
Omdat het gilde uitsluitend uit mannelijke leden bestond, moesten de vrouwelijke rollen, zoals uit
het voorgaande blijkt, eveneens door mannen gespeeld worden. De vraag rijst of de vertolking van
de betreffende rol altijd even goed tot haar recht is gekomen.
In het "Spel van de stathouwer" komen volgens het betreffende stuk de volgende personen voor:
"Schandelicke lust
Helsche practijcke
Stathouwer
Huijsche weijrdinne
Consensije
Deen raetsheer
Dander raetsheer
Hertoch Carel
Gewilligen dienst
Deen vrijnt
Dander vrijnt
Dienaer des woorts
Deen raetsheer vrouwe
Dander raetsheer vrouwe
een sinneken
een sinneken
een man, prinselijck gekleet
een vrouw, statelijck gekleet
bedeckt met een groenen deken
statelijck
kostelijck gekleet
een man als een dienaer
statelijck
als een predecant
statelijck gekleet
62