J. BOOGAARD
Ondertussen heeft de in 1844 benoemde onderwijzer Johan Koenraad Anthonie Cromjongh ook een
methode geschreven: "Beknopte handleiding voor de gymnastiek voor alle standen". Deze is
verschenen in oktober 1846.
Deze methode blijkt gebaseerd te zijn op de ideeën van Pestalozzi en Clias, de Zwitserse
pedagogen die een harmonische ontwikkeling van lichaam en geest voorstaan. "Want waarom
zoude men den geest ontwikkelen, vormen en besturen, terwijl het ligchaam. zoo naauw aan de ziel
verwant, aan het noodlot zou worden overgelaten?" (7).
Zeer nauwkeurig beschrijft hij de oefenstof, waarbij aan de hand van tekeningen allerlei werktuigen
en attributen worden beschreven.
Zelfs voor het lokaal en de gymnastiekkleding worden richtlijnen gegeven.
In maart 1847 ontvangt het Goese Nutsdepartement het boekje. Het wordt doorgezonden naar het
hoofdbestuur met het verzoek om het bij alle departementen aan te bevelen.
Het blijkt dat de onderwijzer van de armen- en wezenschool Cromjongh zijn leerlingen
gymnastiekonderwijs geeft. In een brief van 28 februari 1846 vragen de regenten van de
godshuizen, waaronder het weeshuis ressorteert, aan het Goese gemeentebestuur of er bezwaar
bestaat tegen dit onderwijs. Dat is er niet, maar financieel komt men niet over de brug (8).
Geen wonder dat Cromjongh zich in 1848 tot het Nut wendt met een verzoek om geldelijke steun
om de 40 a 50 leerlingen van zijn armen- en wezenschool gymnastiekonderwijs te geven. Het
verzoek wordt doorgezonden aan het hoofdbestuur. Dat staat positief tegenover het initiatief, maar
het mist de middelen voor een structurele subsidie. Er volgt een eenmalige bijdrage van 50.- "ter
stimulering om door te gaan en als bewijs van sympathie voor het reeds gegeven kosteloos
onderwijs".
Afbeelding van een turner in "Beknopte
handleiding" van Cromjongh.
20