KERKPATROCINIA OP DE MIDDELEEUWSE EILANDEN
invloed een rol hierin. In de folklore speelt zijn patroonschap (behalve tegen keelziekten ook tegen
blaarziekten, blaren, maagpijn, veeziekte enz.) een grote rol. Ten tijde van het ontstaan van de
parochie Heinkenszand kan één van deze aspecten ter plaatse van belang geweest zijn.
In de late middeleeuwen werd St. Blasius onder de veertien noodhelpers opgenomen. BHL 1370-
1380; Anal. Boll.73, 18-54; BHG.276 vlg.
4. Sancta Catharina: Sint Katerijnekerke
De H. Catharina van Alexandrië. Aan luiar zijde staat een gebroken rad, terwijl keizer Maxentius
aan haar voeten ligt.
De verering van de H. Catharina, die in het jaar 306 of 307 onder keizer Maxentius te Alexandrië
de marteldood stierf, bereikte haar hoogste bloei in West-Europa pas sedert de dertiende eeuw.
Historisch staat over haar weinig of niets vast. Of haar graf in het beroemde Sinaï-klooster
authentiek is wordt omstreden. Een zeer vroege verering in het Oosten pleit voor een historische
kern. In het Westen werd haar verering door Oosterse monniken verspreid ten tijde van hun vlucht
voor de Ikonoklasten. Ook onder invloed van de kruistochten verbreidde zich de verering van St.
Catharina, vooral bij de adel, die uittrok om het Heilige Land te bevrijden. Zij was immers volgens
de legende een strijdster Gods uit het edelste geslacht geweest. Zo kon zij een geliefd heilige van de
adel worden. Aan het einde van de middeleeuwen drong haar verering bij alle lagen van de
bevolking door, toen zij in de kring van de veertien noodhelpers werd opgenomen.
Zij zou een filosofe geweest zijn. die volgens de legende vijftig heidense wijsgeren in
twistgesprekken overwon. Maxentius veroordeelde haar om door een uit vier met scherpe punten en
tanden bezette wielen bestaand foltertuig gemarteld te worden, maar een engel verhinderde dit
doordat hij het martelwerktuig vernielde. Daarna werd de heilige onthoofd. Zij is de patrones van
de wijsgeren, de wagenmakers en de molenaars. De parochie Sint Katerijnekerke treft men voor het
eerst in het tiendregister van 1275-1280 aan. waarin een opbrengst van de "presbyter sancte
Katerine" vermeld wordt. In de rekening van de domfabriek uit 1395 heet deze parochie "Ecclesia
S. Katherine." In 1530 is de parochie door de zee verzwolgen. De heren van Borselen bezaten het
patronaatsrecht van de kerk. Op 2 februari 1348 schonk Wolfert van Borselen dit recht aan zijn
broer Nicolaas. Zeer waarschijnlijk hebben de heren van Borselen de kerk gesticht en hebben zij St.
Catharina als beschermheilige gekozen, omdat juist zij bij de adel grote verering genoot. 28)
BHL 1657-1700; suppl. 70 vlg.; BHG 30-32 b.
89