L.J. MOERLAND
VI. Dirkje van den Boogaard.
De laatste vrouw, die wij naar Middelburg hebben kunnen volgen is Dirkje van den Boogaard. Zij
is op 10 juli 1838 in Maastricht geboren als dochter van Robert Martinus van den Boogaard, latei-
een van de Goese bordeelhouders, en van Cornelia Haverhoek. In het bevolkingsregister van 1869
staat zij geregistreerd in het huis van haar vader op C. 107. Uit de rubriek beroepen in het
bevolkingsregister blijkt, dat ze op dat moment zonder beroep is. Op 28 november 1871 is ze vanuit
Utrecht naar Goes gekomen. Na enkele jaren vertrekt ze naar het nummer B. 136. het bordeel van
Jacobus Koussemaker. Daarna gaat ze weer terug naar het huis van haar vader op C. 107.
Nu blijkt ze wel als publieke vrouw geregistreerd te staan. Op 25 november 1874 kiest zij als
domicilie Middelburg. In het register van de Commissaris van politie blijkt zij dan ook voor te
komen. Na 1880 wordt over haar niets meer mede gedeeld, dus wij weten niet hoe het verder met
haar verlopen is.
VII. Suzanna Wilhelmina van de Bovenkamp.
Ook in Vlissingen hebben wij nog een tweetal dames weten te achterhalen. Suzanna Wilhelmina
van de Bovenkamp werd op 31 december 1846 in Vlissingen geboren. Op 17 augustus 1872 komt
ze in Goes aan en gaat wonen in het huis van Jakobus Koussemaker op de Oostwal, B. nr. 136. Hier
wordt ze aangemerkt als dienstbode. Dit gebeurde in die tijd wel meer, omdat sommige vrouwen
voor de buitenwereld niet wilden weten, dat ze als publieke vrouw werkten. Drie dagen latei-
vertrekt ze alweer en wel op 20 augustus 1872 naar Vlissingen. Daar komt ze te wonen op het adres
Plein A, nr. 122. Zij heeft in die tijd een dochter gekregen, die haar achternaam draagt. De vader is
onbekend. Dit kind draagt de naam Elisabeth en komt te overlijden op 16 augustus 1873.
Vervolgens komen wij Suzanna tegen in de Koudenhoek te Vlissingen. Hier blijkt ze getrouwd te
zijn met Jan Gijzel. Deze overlijdt in 1877. Suzanna blijft daar dan nog wonen tot 27 juli 1882. Op
die datum vertrekt zij naar Rotterdam. Uit deze gegevens is niet te achterhalen of Suzanna in
Vlissingen nog met prostitutie van doen had. Wij veronderstellen van niet, aangezien zij in 1877
netjes trouwt met Jan Gijzel. Of zij in Rotterdam nog als publieke vrouw heeft gewerkt, weten wij
niet.
VIII. Johanna Hendrikse.
De laatste vrouw van wie wij de levensloop nog enigzins hebben kunnen volgen, is Johanna
Hendrikse. Ze is op 3 juli 1843 te Rotterdam geboren. Johanna arriveert volgens het
bevolkingsregister op 1 juli 1870 vanuit Rotterdam samen met haar zoon Johannes, in Goes. Deze
is volgens de akten van geboorte op 2 november 1866 in Goes geboren. Het tijdstip van vestiging in
de gemeente klopt dus niet, want uit dezelfde akte blijkt dat Johanna woonachtig is op C. 108. het
bordeel van Robert Martinus van den Boogaard. In het bevolkingsregister uit die tijd vinden wij
hiervan echter niets terug. Volgens het bevolkingsregister, beginnende in 1869, bevindt ze zich in
het bordeel van Jakobus Koussemaker. Hier staat ook het verkeerde tijdstip van aankomst in de
gemeente Goes aangegeven. Van hieruit vertrekt ze dan naar C. 108, het bordeel waar haar kind
geboren is. Dit kind draagt de achternaam van de moeder, dus ook hier is sprake van een
bedrijfsongeval. Vanuit dit bordeel vertrekt ze op 5 augustus 1871 naar Vlissingen. Op 25 juni
1875 wordt ze opnieuw verwelkomd in Goes en gaat wonen in het bordeel van R.M. van den
50