J. BOOGAARD burgeravondschool, die ze minstens één jaar bezocht moesten hebben. Dit was het moeilijke punt. zeg maar gerust: het struikelblok. Jongens, waarvoor dit nieuwe ambachtsonderwijs was bedoeld, kwamen meestal uit kringen van ambachtslieden en kleine burgerij. Het volgen van dagonderwijs was al moeilijk, omdat men dan de toch al geringe verdienste bij de baas. waar men het vak leerde, miste. Daar bovenop kwam dan de verplichting om leerling te zijn van de burgeravondschool. Dit was een vorm van "doorleren" in de avonduren met daaraan verbonden extra kosten. Voor velen een onoverkomelijk struikelblok. Het bestuur onderkende dit ook wel. In het eerste jaarverslag over het leerjaar 1876/1877 schreef de voorzitter: "De bepaling, dat leerlingen der Ambachtsschool ook leerling der Burgeravondschool moeten zijn, is het groote struikelblok. Neemt die bepaling weg en het aantal leerlingen is binnen enkele dagen verdubbeld en meer dan verdubbeld." Maar de bepaling opheffen, daar kon geen sprake van zijn: "Dat is zoo verre van ons, dat wij liever de geheele Ambachtsschool, hoe hoog wij haar ook schatten, zouden willen prijsgeven, dan deze bepaling. Neen. geen practische Ambachtsschool zonder theoretische Burgeravondschool, geen ontwikkeling van de krachten en vermogens van het lichaam zonder die van de geest." Een typisch liberale gedachte hield stand. Overigens was het De Witt Hamer die gedaan kreeg dat een artikel aan het reglement van de school werd toegevoegd, dat bepaalde dat aan minvermogende leerlingen de gereedschappen in bruikleen werden gegeven vanwege de vereniging. Het werven van leerlingen bleef echter een probleem. Tot tweemaal toe werden advertenties geplaatst. In de Goesche Courant, het Volksblad, de Middelburgsche Courant en het Nieuws van dem Dag van 6 september en herhaald op 15 september 1875 werden jongelieden opgeroepen zich als leerling aan te melden. Tenslotte werd op maandag 3 januari 1876 gestart met vier leerlingen.! 14) Het vinden van een geschikte ruimte om onderwijs te geven was ook niet echt eenvoudig. In het "Volksblad" werd een advertentie geplaatst, waarin een werkplaats te huur werd gevraagd. Veel respons zal daar wel niet op gekomen zijn. want in december werd van het bestuurslid P. Buitendijk, een plaatselijk aannemer, een werkplaatsje gehuurd aan de Molendijk te Goes voor fl. 2,per week. In dat pand vond de daadwerkelijke start van de school plaats. De werkplaats was klein en niet erg geschikt voor het geven van onderwijs. Al spoedig werden pogingen ondernomen De in 1924 gebouwde school aan de Westwal. (Foto: GA-Goes) 36

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1992 | | pagina 46