ING. W.P. BALKENENDE EN A.J. BARTH
gegeven wordt. Maar wat gebeurt er. na al die mooie woorden in vergadering en landbouwpers? Ik
lees van één Landbouw-vereeniging (te Nieuw- en St. Joostland) waar men aan dezen wenk gevolg
heeft gegeven. Maar ik weet ook van twee plaatsen, waar zeer vele arbeiders werkzaam zijn
(Rilland-Bath en Wolphaartsdijk) waar men zonder eenig overleg met de arbeiders of hun
organisaties het loon verlaagd en gebracht heeft op respectievelijk 1.80 en 1.70 per dag. waar
dan nog de regen- en feest(!)dagen van worden afgetrokken. Ik noem dit waarlijk bedroevend. Men
vraagt zich wel eens af: doet men nu van landbouwerszijde in Zeeland werkelijk altijd zijn uiterste
best om het socialisme in de hand te werken? Ik kan me zoo levendig indenken, dat een arbeider
het wel erg vindt, dat zijn karig loontje nog weer omlaag moet, maar dat hem dat meer grieft: dat er
over hem, maar zonder hem wordt beslist, dat hij te minderwaardig wordt geacht, om er overleg
mee te plegen. Ik ben van meening, dat de landbouwers in genoemde dorpen (en zeker de
Christelijke) gevaarlijk spel spelen. Deze handelwijze verdient ten allen tijde afkeuring, maar zeker
nu. Door zulk optreden desavoueeren ze de leiding van hun hoofdbesturen en verlammen ze de
actie bij de regeering en de volksvertegenwoordiging. Of zou het geen verschil meer geven: of de
landarbeidersbonden zich naast de landbouworganisaties stellen in den strijd voor een rendabel
bedrijf, dan wel of de laatste de eerste tegen zich in het harnas jagen? Want dit is wel zeker: door
zulke loonsverlagingen, op een dergelijke wijze tot stand gekomen, slaat men de samenwerking
kapot en komt er van een eenheidsfront niets. Dat men dit toch bedenke. De leiders van onze
landbouworganisaties hebben nog een zware taak. Niet alleen hebben ze te strijden voor de
belangen van den landbouw, maar zij hebben bij hun leden nog een gansch verkeerde mentaliteit
weg te nemen. Ik moet nu eindigen. Voor een ander onderwerp, waarover ik nog een en ander wil
schrijven, is geen plaats meer, ik bewaar dat maar voor den volgenden keer. Dat deze brief weer
uitsluitend aan de landbouwmoeilijkheden is gewijd, is op zichzelf misschien niet zoo erg. De
landbouwcrisis en de loonverlaging zijn nu eenmaal in ons gewest de onderwerpen van den dag.
w.g. Zeelandicus.
30