SOCIALE ONRUST IN WOLPHAARTSDIJK Dan had ook één dergenen, die aan de bespreking deelnam, de heer Dees, niet aan de houders van de gemengde bedrijven geadviseerd: Laat uw bouwland maar braak liggen en bewerk alleen uw weiland. Dan zouden ook enkele weiboeren, wien ik naar hun meening vroeg, mij niet eerlijk verklaard hebben, dat ze geen reden tot klagen hadden. Daarom geloof, ik. dat mijn geachte opponent te veel heeft willen bewijzen. Hij schrijft echter ook nog over een ander onderwerp. En dat spijt mij meer. Hij bestrijdt namelijk de organisatie der landarbeiders. "Wanneer wij" - zo schrijft hij - "groote landarbeidersbonden in Nederland krijgen, met gevolg stakingen, dan zijn wij weer een ramp. die ons bedrijf kan treffen, rijker, een ramp, die met hagel gelijk gesteld kan worden, waar echter geen verzekerings maatschappijen voor te vinden zullen zijn. Indien al de Nederlandsche landarbeiders in bonden vereenigd zullen zijn en de sociale wetten en verzekeringen blijven bestaan, dan zal het landbouwbedrijf zóó- onzeker worden, dat het praktisch geruïneerd zal zijn. Het spijt mij meer, dan ik zeggen kan, dat een Zeeuwsche landbouwer zoo schrijft. Want hij bewijst daarmede van het doel. het principe en het karakter der Chr. Vakbeweging nog weinig af te weten, hoe groot zijn kennis op ander gebied ook wezen mag. De Christelijke Vakbeweging is geen strijdorganisatie. Vóór alles streeft ze er naar (al worden natuurlijk wel eens fouten gemaakt) om door vreedzaam overleg te trachten de belangen van het bedrijf en van de arbeiders te dienen. Het recht gaat boven macht en niet omgekeerd. Naar ik verneem, wordt er juist dezer dagen door door de Chr. Vakbeweging een krachtige propaganda-actie in Zeeuwsch-Vlaanderen gevoerd. Welnu, de briefschrijver ga eens op zulk een vergadering, als die in zijn omgeving wordt gehouden, luisteren. Waarom zou de landbouwer het recht tot organisatie, waarvan hij zelf gebruik maakt, aan den arbeider ontzeggen? Waarom zou er nog langer door de landbouworganisaties over de arbeiders, maar zonder hen worden beslist? Is dat naar de Heilige Schrift en de Christelijke beginselen? Eert het de landarbeidersorganisaties niet. dat zij zich in dezen tijd van crisis scharen met de boerenbonden achter het urgentie-program van deze? Is dat juist niet in de Goesche crisisvergadering toegejuicht? Toen de heer Siemons, de voorzitter van den Chr. Landarbeidersbond te Goes zich in dezen geest zoo positief mogelijk uitsprak, volgde een krachtig applaus op zijn woorden. Eén der sprekers, de heer Ir. Siebenga, zei in deze zelfde vergadering: "De gezamenlijke landarbeidersbonden hebben zich reeds uitgesproken, dat niet zonder strijd de loonen verlaagd zullen worden, zal het zoover moeten komen, dat boer en arbeider in hun armoede elkaar zullen gaan bestrijden, de één om het loonpeil te brengen in overeenstemming met zijn bedrijfsinkomsten, de ander, om te behouden wat hij heeft? Neen, vergadering, voor en aleer het daartoe moet komen, zal het eenheidsfront moeten worden verbreed, dan zullen boer en arbeider moeten opkomen voor hun gemeenschappelijk belang." Het eenheidsfront verbreed. Juist dat wilden de landarbeidersbonden. Want op dienzelfden 19en November, dat te Goes de crisis vergadering werd gehouden, kwamen in Groningen patroons- en arbeidersorganisaties tot een accoord. De werkgevers zouden het loon niet verlagen en de werknemers geen actie tot loonsverhooging voeren, maar samen zouden zij ijveren voor steun aan de tarwe- en suikerbietenteelt, enz. Dat is mannenwerk. Dat getuigt van gezond inzicht en vruchtdragend overleg. In volkomen gelijken geest oordeelt ook de leiding der Zeeuwsche Landbouw Maatschappij. In het Zeeuwsch Landbouwblad van 29 Nov. j.l. lees ik namelijk: "Laat er overleg komen met de landarbeiders en in onderlinge besprekingen regelingen worden vastgesteld, laat er een onderling vertrouwen komen, een erkennen van de moeilijke omstandigheden, een beter begrijpen, dat er voor boer en arbeider groote belangen op het spel staan. Mogen de landbouwers, wanneer zij straks gaan overleggen over de winterloonen ook in dezen achter hun leiders staan en al moeten ze een wissel op de toekomst trekken, toch zooveel mogelijk trachten om het loon te houden op het peil, waarop het thans staat." Dit is zeker verstandige, bezadigde leiding, die hier 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1992 | | pagina 39