ING. W.P. BALKENENDE EN A.J. BARTH 15. AGW. inv.nr.310, correspondentie burgemeester, 1924. 16. GC. 23.9.1924 17. vgl. nt. 10 18. GC. 3.6.1925 19. AGW. inv.nr. 113. 20. vgl. nt. 10 21. AGW. inv.nr. 113 22. Archief Gerk. Wolphaartsdijk, inv. nr. 6 en 7. notulen van de kerkeraad over de periode 1913-1928. 23. Gegevens ontleend aan de notulen van de gemeenteraad van Wolphaartsdijk 1927-1958, inv.nrs. 113-120. Bijlage: In het landelijk dagblad "De Standaard" van 10 december 1930 is een ingezonden brief uit Zeeland geplaatst, mede naar aanleiding van een te Goes door de Z.L.M. georganiseerde vergadering ter bespreking van de gevolgen van de economische crisis, waarin niet alleen de positie van de landbouwers aan de orde komt. maar ook die van de landarbeiders. Daaruit blijkt tevens, dat er voor de afdeling Wolphaartsdijk van de NCLB nog heel wat werk is weggelegd. Brief uit Zeeland. Het onderwerp van den dag. Wat een briefschrijver opmerkt. Goede leiding en gezond inzicht, maar afkeuringswaardige daden. Gevaarlijk spel. Mijn December-brief moet. hoezeer ik er ook afkeerig van ben. tweemaal achtereen over hetzelfde onderwerp te schrijven, een vervolg van mijn vorigen zijn. Ik kreeg namelijk naar aanleiding van mijn November-brief, via de Redactie van ons blad, een schrijven van een landbouwer uit Zeeuwsch-Vlaanderen. dat wel niet de speciale bedoeling had om mij te bestrijden (integendeel, inzender bedankt mij er voor, dat ik voor het 'groote publiek' heb willen schrijven over de crisis vergadering te Goes en over de nooden der boeren), maar mij toch op een voornaam punt wil corrigeren. Ik had namelijk geschreven, dat we inzake de crisis niet moeten overdrijven. Erkend moet, mede op grond van de te Goes meegedeelde cijfers, dat de verliezen in de uitsluitend of overwegend akkerbouwbedrijven, groot zijn, maar dat in de weidebedrijven toch nog altijd sprake is van winst. Ja maar, zegt onze Zeeuwsch-Vlaamse landbouwer, die cijfers zijn ontleend aan de belasting boekhouding. Ge moogt daaruit niet te veel concluderen. Als ik alles zuiver bereken (ook den toegestanen aftrek voor natura voor 'n normaal gezin) en rekening houd met de gemiddelde grootte der diverse soorten bedrijven, dan kom ik tot deze conclusie: "De zuivere akkerbouwbedrijven hebben zonder natura plus huurwoning een verlies van 80,80 per H.A.. de overwegende akkerbouwbedrijven 33,46 per H.A., de gemengde bedrijven 22,41 per H.A. en de zuivere weidebedrijven 10.53 per H.A.. De weideboeren hadden evenmin goede jaren sedert 1923 als de bouwboeren." Ik wil de berekening van den inzender niet gaan napluizen. Dit zou trouwens voor de lezers van dezen brief ook te saai en te droog worden. Ze kan misschien theoretisch, volgens Bartje, in 't algemeen wel ongeveer juist zijn. Maar toch gaat het, geloof ik, niet aan om den toestand van den weiboer zoo zwart voor te stellen. Daar geeft het gedocumenteerde betoog van den ter zake kundigen Ir. Siebenga in de crisis-vergadering te Goes geleverd, ook geen voldoenden grond voor. Had de inzender gelijk, dan was ook in het urgentieprogram der drie samenwerkende organisaties en in de motie, aangenomen in de Goesche vergadering, wel meer voor de veeteelt gevraagd. Dan had ook een der sprekers - de heer Vogelaar - de vraag of we het bouwland niet in weiland zouden veranderen, wel beantwoord met een kort en krachtig: Neen. want dan komen we van de regen in den drup, terwijl hij nu alleen wees - volkomen terecht - op het mindere loon, dat dan zou moeten worden uitgekeerd, wat groote werkloosheid zou beteekenen. 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1992 | | pagina 38