SOCIALE ONRUST IN WOLPHAARTSDIJK
afdeling en één vanuit het hoofdbestuur aanwezig zijn. "s Avonds om half acht zal er dan een
openbare vergadering worden gehouden "om den toestand nader onder ogen te zien." Het voorstel
wordt bij acclamatie aangenomen. Op deze vergadering blijkt verder, dat er sprake is van
ledenverlies. Dat behoeft geen verwondering te wekken. De verhouding met de boeren verslechtert
met de dag en er zijn werkgevers bij, die hun arbeiders dreigen met ontslag, wanneer zij lid blijven
van Wolphaartsdijkse afdeling van de NCLB. Op de achtste mei verschijnen vier werkgevers van
de ongeveer vijftig, die zijn uitgenodigd. Talrijk is echter het publiek dat 's avonds aanwezig is.
Landelijk functionaris Van Vliet roept allen op tot samenwerking. Het échec van die middag geeft
duidelijk aan, aldus de spreker, dat de werkgevers niets met de georganiseerde arbeiders van doen
willen hebben. Hij roept alle aanwezigen op mee te doen aan de actie van het bestuur. Negen
nieuwe leden melden zich aan. Nadat de openbare vergadering is beëindigd, volgt nog een
ledenvergadering, waarin het bestuur verslag doet van een vergadering met de patroons D.P.
Goetheer, J. Zandee. Joh. Klompe en G. de Vrieze. Na het voorlezen ervan komt de vraag naar
voren: wat nu te doen. Enkelen willen direct actie in de vorm van een staking. Anderen willen eerst
een ultimatum stellen, waarin de patroons wordt meegedeeld, dat deze zich op een staking moeten
voorbereiden, wanneer zij niet aan de gerechtvaardigde verlangens van hun arbeiders willen
voldoen. Tweeëntachig leden stemmen voor dat ultimatum, twintig zijn er tegen. Daarna wordt de
vergadering gesloten.Niet alleen in Wolphaartsdijk dreigt een staking. Ook de landbouwers in
Nisse, 's Gravenpolder, Noord-Kraaijert (sinds 1929 Lewedorp), Kwadendamme, 's Heerenhoek en
Oudelande krijgen van hun arbeiders, verenigd in de NCLB, St. Deus Dedit of de algemene bond
bericht, dat op 26 mei de staking zal worden afgekondigd. Rijksbemiddelaar ir. Fruij zal. aldus de
Goesche Courant van 25 mei nog een bemiddelingspoging doen. De aanwezigheid van deze
functionaris behoeft enige toelichting. De Arbeidsgeschillenwet 1923 verdeelt Nederland in vier
districten, waarin een Rijksbemiddelaar optreedt, wanneer er conflicten dreigen tussen werkgevers
en werknemers. Zodra deze functionaris kennis krijgt van een geschil wendt hij zich tot de partijen
en geeft hen in overweging de tussenkomst van een bemiddelingsraad in te roepen of het geschil
aan de uitspraak van een scheidsgerecht te onderwerpen. Ter voorkoming van geschillen kan de
Rijksbemiddelaar werkgevers en werknemers bijstaan bij het treffen van arbeidsovereenkomsten.
Op diezelfde maandag 25 mei vergadert de Wolphaartsdijkse afdeling van de NCLB.
Hoofdbestuurder Van Vliet is ook aanwezig. Met de aanwezigen neemt hij de hele kwestie nog
eens door. Op woensdag 27 mei zal er met de rijksbemiddelaar nog een gesprek plaatsvinden,
waarop voorzitter Luikenaar het voorstel doet om de staking dan twee dagen op te schorten. Het
kost hem en Van Vliet veel moeite om de leden zover te krijgen. Door een misverstand is er op 27
mei op het stadhuis van Goes vanuit Wolphaartsdijk geen werkgeversvertegenwoordiging
aanwezig. S.J. Klompe en J. Lindenbergh worden telefonisch benaderd, maar beiden blijven weg.
Met Klompe kan de afspraak gemaakt worden, dat er op 30 mei met de boeren vergaderd zal
worden. Het is niet duidelijk of deze vergadering inderdaad heeft plaatsgevonden, wel. dat de
stakingsdreiging langzaam wegebt. Heeft het ontslag, dat voorzitter Luikenaar krijgt van zijn
werkgever, een signaalfunctie naar de overige landarbeiders? Wij weten het niet zeker. Vaststaat,
dat de dreigende arbeidsonrust op geheel Zuid-Beveland voorbij is. Op 2 juni besluit de
Kwadendamse afdeling van St. Deus Dedit de staking af te gelastend 18) In de andere dorpen gaat
de zaak kennelijk als een nachtkaars uit. In Wolphaartsdijk houdt de plaatselijke afdeling van de
NCLB op 5 juni nog eens een vergadering. Daarop wordt een brief van de boeren behandeld waarin
deze op koude wijze te kennen geven "dat men niet heeft kunnen besluiten tot samenwerking met
de georganiseerde arbeiders." De uitspraak "God heeft de standen gewild" heeft voor de boeren
kennelijk nog niets van zijn waarde verloren. Dat betekent, dat er in de plaatselijke
gezagsverhouding ook niets verandert. Ten overvloede worden we dat nog eens gewaar in de
21