ING. W.P. BALKENENDE EN A.J. BARTH
overwegend ongeorganiseerde landarbeiders de voordelen voor de gemeente gering zijn. Ook is er
onder deze categorie nauwelijks werkloosheid, aldus het college, en als die er is, dan is zij van
korte duur. De regeling komt slechts ten goede aan een beperkt aantal georganiseerde
"vakarbeiders." Op de vraag van het raadslid Nooteboom hoeveel arbeiders er lid zijn van een
werklozenkas komt het antwoord: vermoedelijk geen. De raad besluit om niet toe te treden tot de
regeling. Een beslissing die in augustus al weer ongedaan wordt gemaakt. De afdeling Goes van de
Centrale Bouwvakarbeidersbond en de Nederlandse Bond van Schildersgezellen komen met het
verzoek of de gemeente wil toetreden, waarmee dan de belangen van de in Wolphaartsdijk
woonachtige leden gewaarborgd zijn. D.P. Goetheer, hij is dan raadslid en nog geen wethouder,
vindt het bezwaarlijk, dat de gemeente en het rijk moeten subsidiëren. Veel arbeiders kunnen van
deze regeling niet profiteren en blijven aangewezen op diaconiën van kerken en het Burgerlijk
Armbestuur. Andere leden herhalen de stelling van burgemeester en wethouders en zeggen dat de
werkloosheid in de gemeente gering is en doorgaans kort van duur, zodat het de gemeente niet veel
geld zal kosten. Het verzoek van de vakorganisaties wordt dan ook ingewilligd.(9)
Inderdaad is het zo, dat de graad van organisatie in vakverenigingen in Wolphaartsdijk niet hoog is.
Wel is er in navolging van andere gemeenten de vereniging "Eigen Erf' opgericht, maar haar
activiteiten gaan niet verder dan de zorg voor een lapje grond, dat arbeiders in eigendom kunnen
verwerven en waarop zij hun eigen voedsel kunnen verbouwen. Maar in het al eerder genoemde
jaar 1924 gaan veranderingen optreden.
De landarbeiders organiseren zich. (10)
Op woensdag 13 februari wordt er in gebouw Tavenu (Tot aangename verpozing en nuttige
uitspanning) een vergadering belegd, waarop een afdeling Wolphaartsdijk van de Nederlandsche
Christelijke Landarbeidersbond wordt opgericht. Namens het bondsbureau zijn de bestuursleden
Pannekoek en Runia aanwezig. Zesentwintig aanwezigen sluiten zich aan en zullen een contributie
van twintig cent per week betalen. De leden kiezen een voorlopig bestuur: M. Bliek, P. Leijs en D.
Boone. Zowel de Gereformeerde predikant, ds A.P. Lanting, als zijn Hervormde collega ds. Mantz
zijn aanwezig. De laatste sluit de bijeenkomst met gebed.(11)
Ook de boeren zijn georganiseerd in de Verenigde Landbouwers. Zij zijn bovendien aangesloten bij
de bedrijfsvereniging "De Voorzorg." Bij ziekte van de arbeiders is het deze vereniging die vijftig
procent van het loon betaalt. Dat is een gunst, verleend aan de arbeider en geen recht! De rest moet
de arbeider zelf maar bijpassen. Is hij lid van de Vereniging "Onderlinge Hulp", dan boft hij. Deze
vult het inkomen aan met ziekengeld. In 1924 wordt door de Onderlinge voor 793,30 aan
ziekengeld betaald. Is de naam van de arbeider niet in de ledenlijsten van deze vereniging te
vinden, dan is het armoe troef. Burgerlijk Armbestuur, gedomineerd door grote boeren, en
kerkelijke diaconiën weigeren doorgaans bijstand te verlenen aan ingezetenen, die nog over
inkomsten beschikken. Zolang de landarbeiders niet georganiseerd zijn. hebben zij niets te vertellen
over de hoogte van hun loon, dat tweemaal per jaar door de boeren wordt bepaald, 's Winters is het
lager dan 's zomers.(12)
Maar de arbeiders mogen dan al blij zijn, wanneer ze werk hebben. Hebben ze dat niet, dan kunnen
ze bij de boer/armbestuurder, de pet in de hand en beleefd sprekend, hun schamele ondersteuning
halen. Dat ze 's zomers noch 's winters veel te reclameren hebben, is duidelijk. Maar na die
dertiende februari wordt dat anders. Het landarbeidersvolk emancipeert. In het vrijwel geheel
protestantse Wolphaartsdijk sluit men zich aan bij de Nederlandsche Christelijke Arbeidersbond.
Dat is rijkelijk laat. In talloze dorpen bestaan al werkmansverenigingen, eerst op lokaal niveau.
16