G.J. LEPOETER een verzamelnaam voor de volgende grote uitgaven A. De Acta SS. Acta Sanctorum, ed.Bollandus etc. (Antwerpen. Brussel. Tongerlo); Parijs 1643 vlg.. Venetië 1734 vlg.. Parijs 1863 vlg. B. BHL. Bibliotheca Hagiographica Latina antiquae et mediae aetatis; ed. socii Bollandiani. 2 banden, Brussel 1898-1901; Supplementum editio altera 1911. Brussel. C. BHG. Bibliotheca Hagiographica Graeca; ed. Socii Bollandiani, Brussel 2e uitg. 1909. Noten. 1. G. Achterberg, Reflexie uit: Cryptogamen. Amsterdam. 1961, dl.4, pag 12. 2. Bonifatius van Tarsus, niet te verwarren met Bonifatius de heilige van de Friezen, die in 754 bij Dokkum werd vermoord. 3. A.H. Bredero. Christenheid en christendom in de middeleeuwen, tweede druk. Kampen. 1987. pag. 274 e.v. 4. H.J. Kok. Enige patrocinia in het middeleeuwse bisdom Utrecht. Assen, 1958, pag 10. 5. als noot 3, pag 286/287. 6. Een aantal hier verwerkte basisbegrippen zijn terug te vinden in Lexikon für theologie und kirche. Freiburg im Breisgau, 1963. del. 8. lemma Patron (Kirchenpatrocinium) 7. W. Nolet pr. en P.C. Boeren, kerkelijke instellingen in de middeleeuwen, Amsterdam. 1951. pag. 262/263. 8. G.J. Lepoeter, Kerk in perspectief, verleden en heden van de St. Maartenskerk te Wemeldinge. Kapelle/Wemeldinge. 1989. pag. 10. 9. Bij Slicher van Bath vinden wij de mening verkondigd dat verandering van patroonheilige vrij veel voorkomt. Deze mening is gebaseerd op onderzoek in Oost-Nederland en in Duitsland. Voor onze streken conformeren wij ons niet aan deze mening. (B.H. Slicher van Bath. Mensch en land in de middeleeuwen, Arnhem, herdruk 1972. Dl.l, pag. 24). 10. J.A. Alberdingk Thijm. De Heilige Linie, proeve over de oostwaardsche richting van de kerk en autaar als hoofdbeginsel der kerkelijke bouwkunst. Amsterdam. 1858. pag.85 11. Maria zag men als "typus". dat wil zeggen beeld, verpersoonlijking van de geloofsgemeenschap, in trouw geloof geheel toegewijd aan de Salvator. de Verlosser, Gods èn Maria's Zoon. 12. P. Terpstra. Maria de Heilige Maagd, leven, verschijningen, legenden, mirakelen. Leeuwarden, z.j., pag. 327 e.v. 13. S. Muller Hzn., Geschiedkundige atlas van Nederland, 's Gravenhage. tweede deel 1921. pag. 51 e.v. 14. Als noot 13. pag. 73. 15. C. Dekker, Zuid-Beveland, de historische geografie en de instellingen van een Zeeuws eiland in de middeleeuwen. Assen, 1971, pag. 255. 16. Als noot 13, pag. 74. 17. Als noot 15, pag. 96/97. 18. Het overzicht is hoofdzakelijk ontleend aan H.J. Kok, Inventaris van de kerkpatrocinia in het Zeeuwse deel van het middeleeuwse bisdom Utrecht, in Archief Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1972 1973, Middelburg, 1973. 19. Dekker vermeldt dat de kerk van Kruiningen gewijd zou zijn aan St. Jan Evangelist (als noot 15, pag. 328). Dit blijkt echter te berusten op een onjuiste interpretatie van het Register van Grijpink, waarin bij Kruiningen vermeld is "Ecclesia S. Johannis Baptistae: (P.M. Grijpink, Register op de parochiën, altaren, vicarieën en de bedienaars zoals die voorkomen in de middeleeuwsche rekeningen van den officiaal des aartsdiakens van de Utrechtschen dom, I, Quatuor Officia Flandriae Wallacria, Scaldia, Zuidbevelandia. Amsterdam, 1914, Zuid-bevelandia, pag 81.) 20. H.J. Kok baseert de patrocinia voor de kerken van Biezelinge, 's Gravenpolder en Hoedekenskerke op het feit dat zich ter plaatse klokken bevonden die respectievelijk de namen Barbara. Martinus en Georgius droegen. Eén en ander volgens gegevens van de Rijksdienst voor Monumentenzorg. Deze patrocinia dienen dus met de nodige voorzichtigheid te worden gehanteerd, (als noot 18. pag. 160, 161). 21. Dekker noemt het twijfelachtig of St. Barbara als patroonheilige van de Biezelingse kerk beschouwd moet worden. Hij acht het waarschijnlijker dat de kerk was gewijd aan de H. Maagd, zijnde de beschermheilige van de oorspronkelijke kapel. (C. Dekker. Het Onze Lieve Vrouwekapittel van Kapelle en de stichting van de parochie Biezelinge 1503-1529, Goes, 1979. pag. 76.). 22. J. de Ruiter meent dat met de klok genaamd St. Georgius, de klok van Kwadendamme wordt bedoeld. (J. de Ruiter, de luid- en torenklokken in de gemeente Borsele. in Historisch jaarboek voor Zuid- en Noord-Beveland no. 5. Goes. 1979, pag. 24). 23. Het patrocinium van de kerk van Ovezande is ontleend aan Dekker (als noot 15. pag 238). 24. als noot 15, pag. 323 e.v. 25. Dit lijkt in tegenspraak met de stelling van Joosting. dieschrijft:" De bewoners van Zeeland ontvangen een paar malen in onze bronnen den lof van kerkelijke zijde, dat zij trouwe zonen der kerk waren, hare rechten eerbiedigden en voor hare belangen zorg droegen". Hierbij kunnen we aantekenen dat dit gebaseerd is op de situatie enkele eeuwen na de parochiestichtingen (J.G.C. Joosting. De kerkelijke rechtspraak in het bisdom Utrecht vóór het concilie van Trente, in Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap 30, 1909. blz. 100/101. 26. als noot 15, pag 329. 27. De Legenda Aurea of Gulden legende is een serie levens van de heiligen van het kerkelijk jaar, geschreven door Jacobus 100

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1992 | | pagina 110