KERKPATROCINIA OP DE MIDDELEEUWSE EILANDEN eeuw druk gepelgrimeerd. Tevoren werd zijn naam al als martelaar vermeld in het Sacramentarium (liturgisch boek) van Gelasius. De latere paus Gregorius de Grote, die op de erfgoederen van St. Pancratius het St. Andreasklooster stichtte, waarvan hij de eerste abt was, had een grote verering voor de heilige. Vanuit Rome drong zijn cultus ook in het Frankische Rijk door. St. Pancratius is vooral bekend als ridderheilige. Dit is ontstaan uit de verering door Arnulf van Karinthië, die zijn overwinning na de bestorming van de stad Rome in 886, toeschreef aan de hulp van de heilige. Vanuit een bij Aken gestichte kapel verbreidde de verering van St. Pancratius als ridderheilige, zich over Noordwest-Duitsland en het bisdom Utrecht. In het bisdom Utrecht stond de feestdag van St. Pancratius (12 mei) in hoge eer. Omstreeks 1200 was deze dag een festum fori, een dag die men als zondag moest vieren en waarop men geen arbeid mocht verrichten. Gedurende enkele eeuwen daarna bleef dit zo. In de volksdevotie is St. Pancratius vooral de patroon tegen nachtvorstschade (12 mei: de eerste van de drie ijsheiligen). Het patrocinium van de kerk van Zoelenkerke vindt men genoemd in een brief van 9 mei 1401. waarin paus Bonifacius IX beval "Matthias, rector parochialis ecclesie s. Pancratii de Soetelkerke" af te zetten wegens het feit, dat hij het gezag van paus Clemens VII van Avignon erkende. De keus van dit Pancratiuspatrocinium gaat zeer waarschijnlijk terug op de stichter van de kerk, naar wie deze plaats genoemd is. In 1532 heeft de zee het dorp verzwolgen en toen is ook de kerk te niet gegaan.(36). Acta SS. Maii III 17-23; BHL. 6420-6428, suppl. 6423b-6427B. 20. Sanctus Paulus: Reimerswaal (B. Maria V., SS. Martinus, Petrus et P.), Ovezande (SS. Petrus et P.). Zie de Handelingen der Apostelen. 21. Sanctus Petrus: Reimerswaal (B. Maria V., SS. Martinus, Paulus et P.), 's Heer Arendskerke (SS. Joannes Evangelista et P.), Ovezande (SS. Paulus et P.), Monster, Welle, Dijxhoeke. Zie de evangeliën. NB.I. Vanuit de Frankische bisdommen Bamberg en Regensburg verspreidde zich over de Germaans sprekende landen in de dertiende eeuw en de veertiende eeuw de verering van de veertien "Noodhelpers", heiligen die men in allerlei noden bijzonder aanriep. Later ook in Italië en in Hongarije. Meer dan 830 plaatsen met deze "collectieve" verering zijn in het oude Rijk (H. Roomse Rijk der Duitse Natie) bekend. Het getal van veertien werd soms ook vijftien of zestien en plaatselijke variaties in de namenlijst komen ook voor. Beroemd is met name de basiliek "Vierzehnheiligen" bij Staffelstein in Oberfranken (Duitsland). Hoewel bij de hier beschreven patrocinia er geen sprake is van een "collectief' mag het toch opmerkelijk heten dat er zoveel van deze Noodhelpers onder geteld worden, namelijk: SS. George. Blasius, Barbara, Catharina, Hubertus, Nicolaas en ook Magdalena. (Deze laatste drie komen vooral op meer westelijke lijsten van de Noodhelpers voor). NB.2. De basisgegevens betreffende de heiligen zijn afkomstig uit Lexikon fiir Theologie und Kirche, dl. I t/m 10, Freiburg inr Breisgau, 1957 t/m 1965. In dit lexikon wordt verwezen (zoals bij iedere heilige is aangegeven) naar de "Bollandisten". Dit is 99

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1992 | | pagina 109