KERKPATROCINIA OP DE MIDDELEEUWSE EILANDEN ofwel geheel in haar lange hoofdharen is gehuld. Maar toch ook weer vaak mèt kruis en schedel: verwijzend naar Golgotha. Op de "Aanbidding van het Lam" door van Eyck komen Maria Magdalena en Maria van Egypte zij aan zij voor. Volgens een Westerse middeleeuwse legende zou Maria Magdalena met Lazarus naar Zuid-Frankrijk zijn gekomen en in Aix-en-Provence of in Saint Maximin zijn begraven. Vooral haar cultus te Vézelay, waar men sinds de elfde eeuw beweerde haar relieken te bezitten, heeft de Maria Magdalena-verering in Frankrijk en heel West-Europa gestimuleerd. Zij was met inbegrip van haar relieken nagenoeg legendarisch en sprak de middeleeuwse gelovige sterk aan. omdat zij met Jezus op aarde was omgegaan en anderzijds omdat zij een boetvaardige zondares was, wier zonden herkenbaar waren. De voorstelling van Maria Magdalena in de Goese kerk is waarschijnlijk die geweest van de voorname dame met de zalfbus. Als zodanig staat zij afgebeeld op het laat-middeleeuwse stadszegel.(31 15. Beata Maria Virgo: Reimerswaal (SS. Martinus, Petrus et Paulus et B. Maria V.), Waarde (S. Jacobus et B. Maria V.), Hinkelrepolder, Nieuwlande, Kapelle, Goes (S. Maria Magdalena et B. Maria V.), Sinoutskerke (S. Martinus et B. Maria V.), Vinninge, Kortgene. Zie de evangeliën. 16. Sanctus Martinus: Reimerswaal (B. Maria V., SS. Petrus, Paulus et M.), Eversweert, Wemeldinge, Sinoutskerke (B. Maria V. et M,), 's Gravenpolder Baarland, Westkerke, Koudorp, Ellewoutsdijk. Eén van de eerste niet- martelaren die als heilige vereerd wordt (confessor). In ons land heeft St. Maarten door de eeuwen heen altijd een zeer belangrijke plaats ingenomen als patroonheilige van parochiekerken. Dit is terug te voeren op de Frankische invloed in de vroege middeleeuwen en op de maatregel van St. Willibrord. De uit Engeland afkomstige eerste bisschop van Utrecht, die daar omstreeks het jaar 695 een kerkje wijdde dat later de kathedraal werd. St. Willibrord stelde zijn bisdom onder bescherming van St. Martinus. Martinus werd geboren omstreeks 316 als de zoon van een heidens magistraat in Pannonië (tussen Alpen en Donau). In Gallië in krijgsdienst zijnde, liet hij zich op achttienjarige leeftijd dopen en verliet daarop het leger. Vóór die tijd had het bekende wonder met de mantel plaats. Toen hij op een koude winterdag te paard de stadspoort van Amiens naderde, keek een halfnaakte bedelaar naar hem op en vroeg om een aalmoes. Martinus bezat geen geld. maar hij trok zijn zwaard en sneed zijn rode soldatenmantel in twee stukken en gaf de ene helft aan de arme. Kort daarna zag hij in een droom Christus voor zich staan, zeggende: "Martinus, nog slechts catechumeen zijnde, heeft Mij met deze mantel bekleed." Nadat hij de krijgsdienst verlaten had begaf hij zich naar St. Hilarius te Poitiers, die hem tot exorcist wijdde. Na enige tijd als kluizenaar geleefd te hebben werd hij tot bisschop van Tours gekozen. In deze hoedanigheid stierf hij op 8 november 397 te Candes en werd op het kerkhof bij Tours bijgezet. Van heinde en verre stroomden weldra de pelgrims naar zijn graf en verbreidden zijn roem, waartoe ook de geschriften van zijn biograaf Sulpicius Severus veel bijdroegen. Deze geschriften behoorden tot de meest verspreide lectuur van de vroege middeleeuwen. Boven zijn graf bouwde bisschop Brictius in de eerste helft van de vijfde eeuw een kapel, die ruim een halve eeuw later te klein bleek. Daarom verving bisschop Perpetus deze kapel door een prachtige basiliek met een klooster, waaruit zich later de beroemde abdij van St. Martinus in Tours ontwikkeld heeft. Sedert koning Clovis, die in de basiliek te Tours beloofde zich te laten dopen, werd St. Maarten de nationale heilige van de Franken. In hun huisoratorium bewaarden de Merovingische koningen met grote 95

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1992 | | pagina 105