G.J. LEPOETER 5. Sanctus Cornelius: Hongersdijke. De H. Cornelius was bisschop van Rome (paus) van 251-253. Onder de zware vervolging onder keizer Decius was hij één van de Romeinse Presbyters. Toen de vervolging luwde, raakte hij in conflict met de superstrenge en invloedrijke theoloog Novatianus. die overal speurde naar zwakheden die onder de vervolgingsdruk bij christelijke leiders gebleken zouden zijn. Hijzelf werd door Novatianus ervan beschuldigd "libellaticus" geweest te zijn (iemand die door corruptie op administratieve wijze zich aan de heidense offerplicht onttrokken zou hebben). Van die blaam gezuiverd werd hij zelfs tot bisschop gekozen. Op een synode die Novatianus terugwees, gaf hij richtlijnen voor kerkelijke tucht die ook plaats boden aan barmhartigheid voor wie zich bekeerde van zwakheden. Toen de vervolging weer werd opgevat door Gallus, werd Cornelius verbannen naar Centumcellae, waar hij overleed. Zijn graf wordt vanouds vereerd in de pauscrypte van de catacomben van Calixtus te Rome. Er zijn brieven van hem bewaard gebleven. Cornelius wordt vereerd als patroon van het vee en vanaf de vijftiende eeuw afgebeeld als paus met een hoorn in de hand. In de middeleeuwen werd hij ook veel aangeroepen als beschermer tegen vallende ziekten. Of in Hongersdijke ten tijde van de parochiestichting de veeteelt van doorslaggevende betekenis is geweest, waardoor de keuze van het kerkpatrocinium bepaald zou kunnen zijn, blijft een open vraag. In Lexikon für Theologie und Kirche ontbreekt de verwijzing naar BHL, BHG of Acta SS. 6. Sanctus Georgius (Sint Joris): Hoedekenskerke Een Oosterse heilige, wiens verering sedert de twaalfde eeuw in West-Europa tot grote bloei kwam. Over St. Joris is weinig met historische zekerheid bekend. Alleen dit is zeker dat hij een historisch persoon is. die tijdens één van de talrijke christenvervolgingen in het Oosten de marteldood stierf. Vast staat dat hij oorspronkelijk in Lydda in Palestina vereerd werd: het oudste bericht over zijn graf aldaar dateert van 530. Fantasierijke verhalen en legenden zijn al vanaf de vijfde eeuw in zwang. Ze zijn in het Oosten sterk verspreid: in allerlei talen, zoals het Grieks, Armeens, Syrisch, Koptisch. Ethiopisch en al spoedig in het Latijn. Sint Joris zou drie keer gedood zijn en evenzoveel malen weer levend geworden. Al vroeg is er sprake van kerkelijke afwijzingen van al te extravagante verhalen. De buitengewone verbreiding van zijn cultus in het Westen dateert pas uit de tijd van de kruistochten. Dan verschijnt ook de befaamde drakenlegende voor het eerst in de literatuur en in de kunst. Hij zou in zijn geboortestreek een draak waaraan kinderen geofferd moesten worden, gedood hebben, waarna het volk zich tot het christendom zou hebben bekeerd. De drakenstrijd van St. George, die in de Legenda Aurea van Jacobus de Voragine door heel West- Europa verbreid werd. toonde de ridder het ideale beeld van een strijder voor de hulpelozen en de zwakken die de draak, het symbool van het boze, overwon en zo tot een Godsstrijder werd. Godsstrijders waren vooral die ridders die het kruis aannamen en naar het H. Land togen. Tijdens de gevechten riepen zij St. George aan en bij hun terugkeer wijdden ze hem vaak de kapellen van hun burchten. Ook de kerken die de adel stichtte, werden in een aantal gevallen gewijd aan St. George. Het is zeker niet onwaarschijnlijk, dat ook de aanleiding van de wijding van de kerk van Hoedekenskerke aan deze heilige, hierin gezocht moet worden. Bij St. Joris is er verder sprake van een zeer verspreide volksdevotie,. Vaak is hij patroon van schuttersgilden, van Engeland, van de scouts (Engelse invloed). Ook wordt hij vereerd als één van de veertien noodhelpers.(29) BHL 3360-3406: BHG 669y-691y. 90

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1992 | | pagina 100