DE GESCHIEDENIS VAN DE ARMENZORG
De Gasfabriek aan de Westhavendijk in 1919. In 1860 door de Algemene Nederlandsche Gas
verlichting- en Verwarmingsmaatschappij gesticht, werd het bedrijf in 1886 door de gemeente
overgenomen. Met zo'n dertig tot veertig arbeidsplaatsen was de onderneming één van de grotere
werkgevers in de stad.
voorde stad al vrij spoedig opgelost - de Belgen waren begin 1915 naar plaatsen elders in de provin
cie overgebracht - hetzelfde kon niet gezegd worden van de sociale en ekonomische problemen, die
de oorlog met zich meebracht en steeds nijpender werden. In het laatste oorlogsjaar werden vrijwel
alle levensmiddelen gerantsoeneerd, de prijzen schoten omhoog en het uitbreken van epidemische
ziekten eiste een zware tol aan mensenlevens. De woningnood was tot ongekende hoogte gestegen.
In 1917 merkte het armbestuur op dat ..vroeger onbewoonbaar verklaarde woningen weder op
nieuw bezet" waren. (5)
De bevolking was de schrik van de oorlogsjaren nog maar net te boven of een andere ramp kondigde
zich in 1929 aan: de economische crisis. Een recessie die in de meeste sectoren van het economisch
leven hard toesloeg. De werkeloosheid greep in hoog tempo om zich heen. Bedroeg het aantal
ingeschrevenen aan de plaatselijke arbeidsbeurs in 1929 nog geen honderd, in 1933 stonden al meer
dan duizend mensen als werkzoekenden geregistreerd. Twee jaar later waren dat er ruim dertien
honderd. Onder hen was het aantal ..losse werklieden" groot: bijna achthonderd in 1934. (6) Ofschoon
de ekonomische crisis in de tweede helft van de jaren dertig over zijn dieptepunt heen was, zou pas
de Tweede Wereldoorlog een einde maken aan de hoge werkeloosheid.
De bemoeienis van de overheid wordt sterker
De bemoeienis van de landelijke en stedelijke overheid met het sociale en ekonomische leven werd
in de eerste helft van de twintigste eeuw groter. De beide wereldoorlogen noopten de autoriteiten tot
79