plannen zijn gerealiseerd. De architectuur van het gebouw is vergeleken met andere kerken die in de zeventiende eeuw in Zeeland zijn gebouwd. Van bouw en onderhoud zijn, het is al vermeld, de technische en constructieve aspecten niet uit het oog verloren. Van de onderhoudswerken en verbouwingen zijn slechts de belangrijkste behandeld; gewoon onderhoud is alleen genoemd in gevallen waar dat ook uit ander oogpunt van belang werd geacht. In verband met de financiering van vooral de grotere onderhoudswerken en verbouwingen, is tevens aandacht besteed aan de financiële positie van de gemeente. In verband met het gebruik van de kerk komen ook de daarbij betrokken functionarissen aan de orde die in dat kader met een bepaalde taak waren belast. Zij waren immers direkt betrokken bij het kerk gebouw, meer nog dan de ambtsdragers, die meer in relatie tot de gemeente staan. Het kerkhof, onafscheidelijk met de kerk verbonden, is in het kort behandeld, evenals de aan de kerk vastgebouwde school. De beschrijving van het onderzoek wordt besloten met neergang, verval en einde van de kerk, waarbij het proces van besluitvorming dat tot sloop en overplaatsing heeft geleid, buiten beschouwing is gelaten. Tot slot nog één opmerking. De naam Nederlandse Hervormde kerk is in 1816 ingevoerd ter vervanging van de oude benaming Gereformeerde kerk. In dit boek is de gemeente aangeduid met de naam die in de betreffende tijd in gebruik was, dus vóór 1816 als gereformeerdedaarna als hervormde gemeente. Na 1834 is de naam gereformeerd in gebruik genomen door de kerken van de Afscheiding. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1988 | | pagina 17