raad van Borsele adviseerde de minister het verzoek van de kerkvoogdij niet te honoreren, om te
voorkomen dat ,,het gebouw door het kerkbestuur zal worden verkocht met het gevolg, dat dit pand
misschien een niet gewenste bestemming zal krijgen of mogelijk zal worden gesloopt teneinde de
vrijkomende grond voor een ander doel te gebruiken (21) Ook gedeputeerde staten van
Zeeland waren tegen opheffing van de bescherming die de kerk ingevolge de monumentenwet
had. (22)
In 1976 besloot de gemeenteraad, in het kader van een saneringsplan voor de omgeving van de
kerk, het pand met bijbehorende gronden voor een totaalbedrag van 41.512,— aan te kopen. (23)
In afwachting van een meer definitieve bestemming, werd de kerk direkt na de aankoop als berg
plaats door de dienst gemeentewerken in gebruik genomen. Voor stalling van enig materieel werd
tegen de zuidgevel een afdakje gemaakt, terwijl aan het dak enkele kleine reparaties werden
uitgevoerd. De in de volgende jaren gemaakte plannen voor restauratie, verbouw en nieuw gebruik
werden, voornamelijk uit financiële overwegingen, niet haalbaar geacht. In het inmiddels vast
gestelde bestemmingsplan Calishoek was handhaving van de kerk voorzien, om welke reden de in
1983 aangelegde straat met een dubbele bocht om het gebouw heen werd geleid. Ondertussen was
de kerk al zo vervallen dat sloop onafwendbaar werd. Het gemeentebestuur was niet bereid om
geld voor onderhoud uit te geven. Toen dan ook het Nederlands Openlucht Museum in Arnhem
in 1983 interesse toonde in aankoop van het gebouw om het naar Arnhem over te plaatsen, was
het gemeentebestuur „uiteraard bijzonder ingenomen met deze gang van zaken" en verzocht
de minister „over te gaan tot wijziging van het monumentenregister en wel in die zin dat afvoering
van het kerkgebouw plaats vindt." (24) Op 20 juli 1984 verleende de minister vergunning voor
het afbreken van de kerk, „zulks ter verplaatsing naar het Nederlands Openlucht Museum te
Arnhem." (25)
Inmiddels had de gemeenteraad op 10 april 1984 al besloten de kerk voor het symbolische bedrag
van ƒ1,aan het museum te verkopen, zodat niets afbraak meer in de weg stond. Het duurde
echter nog bijna een heel jaar voor met de daadwerkelijke sloop werd begonnen: op 11 maart 1985
werd door medewerkers van het museum ter plaatse de voorbereidingen daarvoor gestart. Het
belangrijkste onderdeel van het sloopwerk, het verwijderen van de dakruiter, vond plaats op
18 april 1985. Een halfjaar later was de hele operatie voltooid. Sindsdien herinnert alleen nog
het tracé van de Emmastraat aan de plaats waar eens de kerk stond.
De formele afwikkeling van de zaak kreeg zijn beslag in 1986, door het afvoeren van de kerk van
het monumentenregister van de gemeente Borsele. (26)
Nieuw begin
Hoe spijtig het verdwijnen van de kerk uit het dorpsbeeld van 's-Heerenhoek ook is, de uitzonder
lijke oplossing die hier met overplaatsing en herbouw in het Openluchtmuseum te Arnhem is
gevonden, is toch altijd nog te verkiezen boven totale sloop zonder meer. Van de twee oplossingen
die uiteindelijk resteerden, sloop of overplaatsing, moet de laatste dan maar als de minst kwade
worden beschouwd, waaraan echter ook nog enkele positieve aspecten zijn te ontdekken.
In de eerste plaats kan het gebouw nu worden getoond zoals het steeds is geweest en ook hóórt
te zijn: als kerk. Bij alle plannen die na 1976 zijn gemaakt tot verbouw en nieuw gebruik, zou na
uitvoering alleen de buitenkant nog min of meer als kerk herkenbaar gebleven zijn. Van binnen
zou weinig meer aan een kerk hebben herinnerd. In nog sterkere mate geldt dit voor delen van de
inventaris: preekstoel, doopschaal en orgel bijvoorbeeld zijn nu weer in de kerk aanwezig, terwijl
met (nieuwe) banken de inrichting zoals die in 1917 was gemaakt, deels werd hersteld. Bij
handhaving van het kerkgebouw in 's-Heerenhoek zou van dat alles geen sprake geweest kunnen
zijn Het nieuwe begin dat nu is gemaakt wettigt dan ook de verwachting dat voor de kerk een lang
nieuw leven tegemoet kan worden gezien.
149