9. Rogier (1947 I, p. 512) spreekt trouwens met betrekking tot alle Zeeuwse eilanden van "een uiterst onwelkom, zeer traag verlopen, maar door het duurzaam uitblijven van katholieke missie bijna volkomen geslaagd protestantiserings- proces". 10. Overigens werd er in de achttiende eeuw in Kapelle, 's-Heerenhoek en Kwadendamme ombeurten wekelijks de mis gelezen (Van der Loos 1934. p. 126). 11Deze familie bezat eveneens de heerlijkheid Adolfsland (Den Bommel en Ooltgensplaat) op Flakkee. Ook hier bleven relatief veel katholieken wonen (Rogier 1947 I, p. 409). 12. In tegenstelling tot Fruin voelt Rogier (1947 I, pp. 485-489) niet veel voor de "theorie van de laatste pastoor". Het zou echter te ver voeren hier nader op in te gaan. 13. Merkwaardigerwijze is er in Kapelle nog van 1802 tot 1806 een statie gevestigd geweest, met sinds 1804 een volwaardige kerk. Na 1806 werd er nog jaren wekelijks de mis gelezen. Het kerkje is in 1839 verkocht (Van der Loos 1934, pp. 56-58). 14. In de missieverslagen worden met betrekking tot Zuid-Beveland voor 1635 3000, maar voor 1656 slechts 1160 commu nicanten vermeld (De Kok 1964, pp. 145, 146). 15. Uit gegevens van Van der Aa (V, 1845, pp. 280-282) valt op te maken, dat omstreeks 1845 in de polders bewesten 's-Heerenhoek ca. 50% van de bevolking katholiek was. 16. Tableau des habitans de la commune de. .de l'année 1813. Archief van de Préfecture, Departement Monden van de Schelde, No. 1111 en 1112. Rijksarchief Zeeland, Middelburg. 17. Aangezien in veel dorpen van het laatste gebied zich nauwelijks of geen katholieken bevonden, ontstaat er op deze wijze wel een vertekend beeld. Verreweg de meesten woonden in Kloetinge, Kapelle en Schore. Hiervoor bedroegen de over eenkomstige percentages 64 en 6. 18. De sterke ruimtelijke mobiliteit onder de Zeeuwse arbeiders wordt al in negentiende-eeuw geschriften vermeld. Men schrijft over de "zelfs bij vaste knechts, zoo telken male plaats hebbende verandering van hofsteede" (Rapport 1849, p. 21). Met betrekking tot Zuid-Beveland luidt het: "Het jaarlijks verwisselen van dienst is dan ook regel; het jaren blijven in één huur uitzondering" (Levensgeschiedenis 1868, p. 134). 19. Aangenomen mag worden dat de ruimtelijke mobiliteit onder de Zeeuwse pachtboeren erg groot was. In Zeeland bedroeg de gebruikelijke pachttermijn slechts 7 jaar (Bouman 1946, p. 58). 20. Hierop zou ook het feit kunnen wijzen dat, afgaande op de huisnummering de katholieke dagloners verhoudingsgewijs meer aan de buitenkant van het dorp woonden dan hun protestantse collega's. Van de eersten hadden 60% een huis nummer hoger dan 60, tegen van de laatsten slechts 36%. 21. Archief van de voormalige gemeente 's-Heerenhoek. Gemeente-archief Borsele, Heinkenszand. In feite gaat het om respectievelijk het eindresultaat en het uitgangspunt van een lopend register dat meerdere jaren beslaat. 22. Kadastrale legger (eerste gedeelte) of lijst der grondeigenaren, etc. Archief van de voormalige gemeente 's-Heerenhoek. Gemeente-archief Borsele, Heinkenszand. 23. Kadastrale legger (tweede gedeelte) of lijst der grondeigenaren, etc. Archief van de voormalige gemeente 's-Heerenhoek. Gemeente-archief Borsele, Heinkenszand. 24. Protestantse kerken bevonden zich in Borssele, Heinkenszand, Ovezande en Nieuwdorp (Afgescheiden, sinds 1841). De katholieke stond, zoals al bleek, in Heinkenszand. 90

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1985 | | pagina 92