Colijnsplaat 1880-1940 Tot 1941 was Colijnsplaat een zelfstandige gemeente op het eiland Noord-Beveland. In dat jaar werd op het eiland een gemeentelijke herindeling van kracht, en werd Colijnsplaat bij de nieuwe gemeente Kortgene gevoegd (1). De oude gemeente bevond zich in de noordoostelijke hoek van het eiland. Aan de zeezijde lagen de Roompot en de Keeten, aan de landzijde bevon den zich de oude gemeenten Kats, Kortgene en Wissenkerke. Van de polders Oud- en Nieuw- Noord-Beveland lagen grote gedeelten in de voormalige gemeente Colijnsplaat. Vanwege de geïsoleerde ligging van het eiland waren er geen belangrijke wegen op het eiland. In de meeste gevallen waren doorgaande wegen op de vele 19de-eeuwse dijken aangelegd, die daarvoor breed genoeg waren. In 1933 ontstond een komité van inwoners van de 4 gemeenten op het eiland, dat streefde naar een vaste verbinding met Zuid-Beveland. Langzamerhand kwam men tot vaste plannen en in 1940 kon de bouw van een vaste brug tussen beide eilanden worden aanbesteed. De 2de wereldoorlog belette echter de uitvoering van dit plan (2). Het isolement van Noord-Beveland is altijd maar betrekkelijk geweest, omdat veel scheepvaart van en naar het eiland ging. Een belangrijke, en de oudste haven van het eiland, is die van Colijnsplaat. Omstreeks 1915 werd de haven belangrijk uitgebreid (3). Vanuit de haven wer den de landbouwprodukten afgevoerd, vooral naar Rotterdam, terwijl één van de belangrijkste invoerprodukten het materiaal voor het dijkwerk was (4). Van oudsher werd vanuit de Colijns- plaatse haven een veerdienst op Zierikzee onderhouden; in de laatste jaren van de vorige eeuw kwam deze te vervallen. Vanaf 1929 werd opnieuw een geregelde veerdienst begonnen (5). Het inwonersaantal van Colijnsplaat in de periode 1880-1940 vertoont een eigenaardig beeld: in 1880 2060, in 1900 1835, in 1920 2100 en in 1940 1880 (6). De woonomstandigheden waren vooral in het begin van die periode bepaald niet gunstig. Men kende in Colijnsplaat een "Tonnenbuurt", later de Havelaarstraat genaamd, waar bij geen der huizen een vaste regenput gebouwd was. Voor de watervoorziening moest men zich behelpen met water uit houten regentonnen, en bij grote droogte moesten de bewoners van de buurt hun water halen uit de kerkbak, een regenbak voor de Kerk (7). Colijnsplaat omstreeks 1917. Havelaarstraat. Uit: HTA, gemeente-archief Goes. 83

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1982 | | pagina 85