De ondetekenaars kwamen steeds meer in de problemen vanwege hun schulden bij de plaatse lijke winkeliers. In de daarop volgende jaren kwamen er bij het gemeentebestuur verschillende soortgelijke brieven binnen van landelijke bonden en instanties, die weliswaar merendeels geen afdelingen in Colijnsplaat hadden, maar wel een aantal leden (125). Kort daarna trad de ge meente toe tot het werklozenbesluit van 1917(126). Waren erin 1931 ongeveer 30 werklozen, in 1933 stonden er 99 arbeiders ingeschreven bij het plaatselijk agentschap voor arbeidsbemid deling (127). Voor verschillende doeleinden werden naamlijsten van werklozen aangelegd. Aan de Rijksinspectie werkverschaffing voor Zeeland te Goes werden dergelijke lijsten ingezonden door de gemeente, welke rijksinstantie vervolgens haar goedkeuring hieraan kon hechten (128). Ook maakte de gemeente lijsten t.b.v. het bestuur van de polder Oud-Noord-Beveland (129). Colijnsplaat omstreeks 1910. De haven in de bietentijd. Uit: HTA. gemeentearchief Goes Er waren verschillende objekten van werkverschaffing. Allereerst natuurlijk het erwten lezen, dat slecht betaald werd, waaraan je een hele dag en avond bezig moest zijn om iets te ver dienen, en waarmee je je ogen verknoeide. Dan waren er nog de werkzaamheden aan de straten en de haven (130). Ook het aanleggen van riolering in de Havelaarstraat werd in het kader van de werkverschaffing uitgevoerd (131). Verder werd er door het gemeentebestuur met het be stuur van de polder Oud-Noord-Beveland overleg gevoerd over werkverschaffing in die polder. Onder meer aan de Val werden werknemers aan de schop gezet (132). Ook het gesubsidieerde wieden van tarweakkers is te plaatsen in het kader van de werkverschaffing. Over het algemeen werd de arbeider in de werkverschaffing niet slecht betaald, zo'n f 2,50 per dag was gebruikelijk. Slechts 3 dagen per week viel er echter te werken, omdat anders het geld te snel op en het werk te snel klaar zou zijn. De rest van de week en ook tijdens de avond uren kon men weer aan de erwten gaan zitten. De steunuitkering bedroeg per week f 5,25. 96

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1982 | | pagina 98