(6). De stoofboeken van "DE EENDRAGT" bij Sirjansland onder de gemeente Oosterland zijn in het be
zit van Ir. D.J. van der Have, te Kapelle (diens overgrootvader A. van der Have is eerste boekhouder
van deze stoof geweest). We danken hem hierbij voor de raadpleging van deze stukken.
(7). M.J. Boerendonk, Historische studie over den Zeeuwschen Landbouw, Den Haag, 1935, 130 e.v.;
Van der Kloot Meyburg, 99 e.v.
(8). Wiskerke, 28 e.v.; Bouman, 163 e.v.
(9). I.G.J. van den Bosch, Over den verbouw en bereiding der meekrap in het departement van Vaucluse,
in verband met de meekrapteelt in Zeeland, Middelburg 1850.
(10). Zie tabel 2.
(11). Wiskerke, 29.
(12). Van der Kloot Meyburg, 86.
(13). Van der Poel, 50.
(14). G.J. Lepoeter, "Haven, achterweg en meestoof te Biezelinge", in Historisch Jaarboek voor Zuid-en
Noord-Beveland 7 (1981), 42; W.E.P. van IJsseldijk, De geschiedenis van Kapelle, Kapelle 1968, 451.
(15). Twee meestoven konden ervan draaien en later zou er nog een garancinefabriek bijkomen. De W.P.
had bovendien nog voor 4/12e en 2/12e aandeel in "DE ZON" en "DE LIEFDE" te Goes. Van der
Poel, 50.
(16). Wiskerke, 28 e.v.
(17). Boerendonk, 110.
(18). De plaats van de Kloetingse meestoof is ons onbekend. "DE STAD GOES" wordt vermeld door
Bouman, 166.
(19). De laatste is beslist een ander als die van Wolphaartsdijk, die in 1878 al het bedrijf staakte.
(20). De stoof van Rilland-Bath vindt men vermeld bij De Klerk, 80; die te Kapelle bij Van IJsseldijk, 451.
(21). Aldus verteld door de heer W.A. Mol te Ovezande.
(22). Wiskerke, 50; Van der Weijde, 89. Overigens waren we wel stoven die 12 eigenaarsporties kenden,
zoals "DE ZON" en "DE LIEFDE" te Goes.
(23). Notulenboek, 1 (6/61860).
(24). Van der Weijde, 95.
(25). De Goessche Courant, maandag 30 juli 1860.
(26). Notulenboek, 1 (19/7/1861).
(27). Wiskerke, 51.
(28). De Klerk, 75.
(29). In Schouwen-Duiveland kon het op de jaarvergaderingen uitbundig toegaan. Van der Weijde spreekt
voor sommige stoven van jaarlijkse feestmaaltijden die f 100,- en meer kostten, waarbij ruim wijn
geschonken werd. Van der Weijde, 90.
(30). Notulenboek, 12(27/5/1863).
(31). Notulenboek, 29, 30 (26/6/1868 en 21/6/1869).
(32). Notulenboek, 2, 3 (13/12/1861).
(33). Voor wie Fransen van de Putte optrad, is niet vermeld. Mogelijk voor de Commissie voor de verbete
ring van de meekrapbereiding, die in 1845 door de Z.L.M. was ingesteld, en waarvan Fransen van de
Putte voorzitter was; d.w.z. volgens Boerendonk was het J. Fransen van de Putte, maar het kan zijn
dat het de in de Z.L.M. actieve J.A.A. geweest is. Boerendonk 126.
79
