In de vm. binnenhaard of keuken (zie afb. 19 nr. II) werd op 1.48 m boven NAP een restant
gevonden van een fundering. Dit restant bestond uit een stuk muur met nog een lengte van c.
1,50 m en twee stenen breed. Naar beneden werden nog twee lagen gevonden. Het forse for
maat van deze bakstenen, nl. 28 x 15 x 6 cm, wijzen in ieder geval op een datering vroeg in de
15e eeuw. De fundering lag met de buitenzijde op 1.40 m ten zuiden van de tussenmuur van
het latere pand en stond haaks op de huidige voorgevel.
De plaats van deze fundering wijst ook naar een oudere perceelsindeling aan deze zijde van de
Markt.
De huidige breedten van de panden zijn: nr. 1: 7.50 m, nr. 3: 11.65 nr. nr. 5: 4.15 nr. U ziet
dus dat pand nr. 3 ten aanzien van nr. 5 wel erg breed is. Als nu de gevonden fundering de per
ceelscheiding van 1554 is geweest, dan waren de breedten van de panden vóór 1554: nr. 1:
7.50 m, nr. 3: 7.40 m, en nr. 5. 8.30 m. Dat is dan een meer evenwichtige verdeling. Wij weten
dat in 1551 de nieuwe eigenaar van pand nr. 3 Jacques Cornet ook het pand nr. 5 in zijn bezit
had. Hij moet dus na de stadsbrand het pand nr. 3 met ongeveer de helft van de breedte van
het verbrande pand nr. 5 hebben vergroot en hierop een dubbelhuis hebben gebouwd. Hierdoor
is tot op de huidige dag het pand Grote Markt 5 zo mager uitgevallen. Er is trouwens nog meer
aan de hand met deze perceelindeling. Dat is echter een verhaal apart en dat wordt aan het
eind van dit artikel aan de orde gesteld.
Keren wij dan terug tot het moment van de stadsbrand. De panden aan de westzijde van de
Markt zijn voor een deel in vlammen opgegaan. In ieder geval de panden 1 t/m 7. Jacques
Cornet heeft toen een heel ambitieus opbouwplan gemaakt. Hij heeft een dubbel woonhuis
laten ontwerpen. Een huis met aan de voor- en achterzijde twee naast elkaar gelegen trapgevels.
De indeling was als volgt: onder de rechtervoorkamer (afb. 19 nr. Ill) was de kelder gelegen
(afb. 20) Deze was van binnenuit toegankelijk door middel van een spiltrap. Aan de straat
kant was een luik en een keldervenster. De houten ondersteuningspalen die u op de foto van
kelder ziet zijn uit het midden van deze eeuw. De stenen spiltrap is mogelijk in de 19e eeuw
vervangen door een brede gerieflijke trap met overloop. Onder deze trap werd toen een nieuwe
toegang naar de kelder gemaakt.
De indeling van de begane grond was als volgt: door de voordeur kwam men in het voorhuis
(afb. 19, nr. I). Hier was een open schouw waarboven een klein gewelfje met het jaartal 1555.
Dit gewelfje, een curieus geval, is nog steeds aanwezig (afb. 21). Aan de rechterkant van dit
voorhuis was, wat later genoemd wordt, het "voorsalet' of woonkamer. Deze beide hiervoor
genoemde ruimten hadden en hebben gedeeltelijk nog balksleutels voorzien van het jaartal
1555 (afb. 21). Precies identieke balksleutels zijn nog aanwezig in het zgn. Gotische huis,
Turfkade 11Ook het pand Grote Kade 44 bevatte vroeger dezelfde balksleutels. Twee daar
van zijn bij een verbouwing in de dertiger jaren van de balken gehaald en overgebracht naar
"ons" pand Grote Markt 3. Hier waren in de loop der tijd enkele sleutelstukken verdwenen,
die nu op deze manier werden aangevuld. Dit laatste zou ons onbekend zijn gebleven, indien
niet de heer W. den Herder ons van deze "verhuizing' op de hoogte had gesteld. Al met al zijn
er op dit moment drie panden bekend, waarin dezelfde sleutelstukken waren aangebracht.
Achter deze kamer was de "eetzale" (afb. 19, nr. IV). Hier zijn nog twee hele en een half
sleutelstuk teruggevonden. Het waren oorspronkelijk bontbeschilderde kinderfiguurtjes om
geven door bloemen. Het halve sleutelstuk is voorzien van een gehurkt menselijk figuurtje. Dit
laatste stuk is vrijwel onbeschadigd. De beide andere sleutelstukken zijn, waarschijnlijk bij het
aanbrengen van een vlakke zoldering afgevlakt (afb. 22, 23 en 24). Achter het voorhuis was de
keuken of binnenhaard gelegen (afb. 19, nr. II). Aan de linkerzijde zijn nog de resten gevonden
van de grote open schouw (afb. 25).
19