Globaal gezien dateren de vondsten uit de periode circa 1400 tot het midden van de 16e eeuw. Derhalve tot de stadsbrand van 1554. Alvorens een algemeen overzicht van de vondsten verstrekken passeren hier eerst enkele bijzondere voorwerpen de revue. Gevonden werd een groot restant, met enkele losse scherven, van een voorwerp van roodbak- kend aardewerk met bruine glazuur, bestaande uit twee ronde, aaneengekoppelde bakjes met nog de aanzetten van een vertikaal geplaatst oortje. In eerste instantie gingen onze gedachten uit naar een bijzonder model pasteibakjes. Bij nader inzien leek ons dat niet mogelijk. De bovenranden zijn erg ver horizontaal naar binnen gebogen. Schoonmaken van deze bakjes is hierdoor niet goed mogelijk. Voorlopig houden wij het op een dubbele olielamp die door mid del van het handgreepje de gasten in staat moest stellen om het op de gewenste plaats neer te zetten (afb. 10 en 11). Het tweede voorwerp dat onze aandacht trok was de voet en een deel van de bodem van een schaaltje van roodbakken aardewerk. In sgraffito-techniek is op de bodem een duif afgebeeld (afb. 12). Het derde voorwerp verraadt door zijn vorm duidelijk waarvoor het werd vervaardigd. Het is een klein peervormig potje van roodbakken aardewerk op drie kleine kneep- of lubvoetjes. Het heeft één oortje en een schenktuitje. Het oppervlak is versierd met enkele gebogen gele lijnen. Het heeft gediend tot het schenken van wijn, bier of wellicht ook van saus (afb. 13). Het vol gende voorwerp komt regelrecht uit de keuken. Het is een klein model vetvanger. Ook dit stuk keukengerei is eveneens van roodbakkend aardewerk met fraai bruin/groen glazuur overtrokken. Een dergelijke vetvanger werd onder een braadspit geplaatst om het afdruipende vet op te van gen. Op gezette tijden werd dan het vet, via een schenklip over het gebraad gegoten. Deze hier boven genoemde voorwerpen dateren alle uit de tweede helft van de 15e eeuw (afb. 14). Deze beerput bevatte gebroken fragmenten en scherven van de volgende onderwerpen: uit de keuken en van de tafel komen: van roodbakkend aardewerk, ca. 65 driepoten of grapen (afb. 16) 22 steelpannen (afb. 16) ca. 45 grote schalen of kommen (afb. 16) ca. 20 kleine schaaltjes of kommetjes 3 vergieten 5 grote borden 4 vetvangers 2 kruiken 1 tuitkannetje (afb. 13) 1 olielamp (afb. 11) 1 schaal op voet (afb. 12) Van zgn. gesmoord aardewerk: ca. 15-25 grote en kleine kruiken 1 schaal op driepootjes Steengoed (Duits import-aardewerk) 5 grote en kleine kruiken of kannen 8 stapel-drinkbekertjes 1 drinkbekertje Glas: 8 drinkglaasjes (afb. 15) waaronder één berkemeijer (noppenglaasje) Hout: 3 kleine ronde bordjes 2 nappen 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1982 | | pagina 16