Een onderzoek in de "Verslagen naar de toestand der gemeente Goes" (Jaarverslagen) maakt duidelijk, dat de overbrenging in 1853 is geschied. De pomp heeft dus bijna 80 jaar op de Grote Markt gestaan. De versleten houten pomp op de Beestenmarkt werd afgebroken en ter verfraaiing van het marktveld door "ons" exemplaar vervangen. De Marktpomp was toch buiten gebruik. De reden waarom zij op de hoofdmarkt geen dienst meer hoefde te doen is niet bekend. Bij de kosten van publieke werken wordt het verplaatsen van de pomp en het plaatsen van enkele kandelabres in de stad in één post genoemd met name f 800,— voor het geheel. Op de lege plek op de Grote Markt werd één van die "candelabres" geplaatst (22); de andere werd op de Vlasmarkt gezet. Waarschijnlijk werd de lantaarn op de pomp gehandhaafd bij de verhuizing in 1853 om de Beestenmarkt van straatverlichting te voorzien. Zij zal sinds 1860 door gas ver licht zijn. De mooie beeldengroep werd in 1907 schoongemaakt en gerestaureerd. Een paar ontbrekende stukken aan de beeldjes werden aangezet en het geheel bijgewerkt. De pomp is lang in gebruik gebleven. De kwaliteit van het water was niet al te best. Een "Commissie voor scheikundige onderzoekingen" bracht in 1870 verslag uit van een onderzoek naar de kwaliteit van het water van de verschillende openbare putten en pompen, in Goes ge woonlijk of af en toe gebezigd voor drinkwater en verder huishoudelijk gebruik (23). De betrekkelijke hoogte of laagte van de bodem bleek niet altijd doorslaggevend voor de deugdzaamheid van het water. Het bleek namelijk dat de Beestenmarktpomp, nagenoeg op het hoogste deel der stad gelegen, geenszins bruikbaar water leverde. Het was geel, troebel en het had een onaangename reuk. Niet erg aanlokkelijk derhalve. Als onbruikbaar golden toen ook acht andere pompen in de gemeente en het Vestwater. Het was geen wonder dat als gevolg van deze onhygiënische toestanden allerlei besmettelijke ingewandsziekten veelvuldig voorkwamen (24). Desondanks was men nog niet toe aan de aanleg van waterleiding. Het aanschaffen van drink water bij langdurige droogte werd wel in de gemeenteraad behandeld in 1880 (er werd die zomer water uit Vlissingen aangevoerd), maar eerst in 1909 wordt gesproken over het tot standbrengen van een drinkwaterleiding voor Zuid-Beveland. Een daartoe ingesteld Comité deed toen een verzoek om een bijdrage uit de gemeentekas. In 1911 werd concessie verleend aan de N.V. Waterleiding-maatschappij Zuid-Beveland tot het leveren van water en het leggen en hebben van waterleidingbuizen. Dit betekende een definitief einde van het gebruik van de openbare putten en pompen in Goes. Gelukkig heeft men toen "onze" pomp op de Beestenmarkt laten staan en niet weggehaald zoals in andere gevallen wel gebeurde bij buitengebruikstelling. Wij mogen aannemen dat de pomp nu tot in lengte van dagen Goes zal blijven sieren. In 1966 heeft de gemeenteraad uitgemaakt, dat hij de pomp niet in het stadsbeeld wil missen. In de daarop volgende jaren had een restauratie plaats van het gedeelte onder de bekroning. De zandstenen beeldengroep en de hardstenen "muts" verkeerden in betere staat. Onlangs is door de gemeente Goes de wens te kennen gegeven de monumentale waterpomp wederom een her stel te laten ondergaan en het ontbrekende aan de staart van de dolfijn en de ontbrekende kinderarmpjes weer aan te vullen. De beeldengroep zal daartoe afgenomen moeten worden en als het zover is in een atelier gerestaureerd. 124

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1982 | | pagina 126