Niet onwaarschijnlijk was de pomp oorspronkelijk steenkleurig geverfd en is zij in onze eeuw een keer "schoongemaakt" Wat de vormgeving betreft kan het volgende opgemerkt worden: Het pomphuis bestaat tussen de geblokte pilasters uit klipsteen, ook wel druipsteen genoemd; deze vorm van bewerking van de hardsteen werd in de 18de eeuw vrij veel toegepast voor grotten en dergelijke en hield in de op de Oudheid georiënteerde beeldtaal een associatie in met water. In deze druipsteen is aan de zijden waar het water te voorschijn moet komen een Medusakop uitgespaard. Medusa was de bekendste der drie Gorgonen o.a. voorkomend in de sage van Perseus. De Medusakop is een bekend zinnebeeld uit de Griekse mythologie, veel toegepast in de Lodewijk XVI periode. De mond van de Medusa doet hier dienst als tuit. Het gaat waarschijnlijk te ver hier achter het Medusahoofd een specifieke betekenis te zoeken. Het verhaal, dat er oorspronkelijk aan ver bonden is luidt als volgt: de aanblik van het hoofd van dit mythologische wezen deed de be schouwer verstenen, zelfs nadat het door Perseus onthoofd was. Volgens Ovidius zou koraal als versteend zeewier ontstaan zijn toen hij het hoofd van Medusa neerlegde, nadat hij Andro meda uit de armen van het zeemonster bevrijdde (18). De Medusakop werd vroeger gebruikt op de wapenschilden van krijgslieden vanwege de aan haar toegeschreven beschermende wer king. Een gestileerd bladornament versiert de bronzen tuit, waarop onduidelijk te lezen staat Johs. La Fort fecit. Deze La Fort zal behalve de tuit wellicht ook de zwengels geleverd heb ben, misschien ook het geschulpte sierhek. De "piramide(n)", soms wel de "muts" genoemd (19), vormt de overgang van het strakke be nedendeel naar de "bewegelijke" zandstenen bekroning. De putti nemen in de beeldengroep een belangrijke plaats in. De compositie is sober gehouden, al is de weergave van het geheel levendig. De beeldengroep is van zandsteen vervaardigd. Het voordeel van zandsteen is dat deze zachtere steensoort de mogelijkheid biedt tot het uitbeelden van figuren met een zekere expressie. Wel moet rekening gehouden worden met de nadelige factor dat de tijd en de weers invloeden meer vat hebben op dit materiaal. De putti zullen indertijd stoerder uitgebeeld zijn met een kernachtiger gelaatsexpressie dan nu het geval is. Over de kwaliteit kan dan ook niet veel gezegd worden vanwege de slijtage. Latere lotgevallen Op de hiervoor genoemde tekening uit 1793 staat de pomp nog op de oorspronkelijke plaats, de Grote Markt. We mogen aannemen dat het metalen hek en de geschulpte hardstenen plaat er in 1793 nog net zo uitzagen als in 1774 bij de plaatsing. Op elk der vier hoeken van het pomplichaam, waar de inzwenking naar boven begint, was een metalen ring aangebracht. Deden die ringen dienst als houders voor een lamp? Volgens J. de Kanter en J. Ab Utrecht Dresselhuis (20) staat de pomp in 1824 nog op dezelfde plaats met een ijzeren hek omgeven en van boven van een lantaarn voorzien. Zou de beeldengroep er af gehaald zijn of werd er misschien een ijzeren staaf door de groep geslagen? Beeldhouwer G. Kemperman uit Bergen op Zoom constateerde onlangs dat er nog een staaf aanwezig is, die als drager voor de lantaarn kan hebben gediend. Op de Beestenmarkt bevond zich volgens hetzelfde boek in 1824 een arduinstenen pomp. Ook in 1843 staat onze "fraaie pomp, omzet met een ijzeren hek" nog steeds op de oude plaats (21). Op de Beestenmarkt is dan de situatie inmiddels wel veranderd. Daar staat nu een houten pomp. Piccardt laat in 1865 weten dat vóór weinige jaren de verhuizing naar de Bees tenmarkt plaats vond. 122 r

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1982 | | pagina 124