Ze beginnen dit jaar door op 1 januari een zoutkeet met twee zoutpannen te verkopen. Het jaar wordt dan op 29 december afgesloten met de verkoop van een huis aan de oostzijde van de Grote Markt. Antonia, de weduwe van Adriaan Willemss. Goeree draagt op 23 februari 1562 het huis over aan Adriaan Janssen. Het transport stelt dat ook het kleine huisje op de hoek van de Beeste- markt (nu Vlasmarkt) in de koop was begrepen. Er wordt eveneens uitdrukkelijk vermeld, dat alle "coetsen" mede van eigenaar zullen wisselen. Deze koetsen zijn de bedden voor de loge rende herberggasten. Van de nieuwe eigenaars is verder niets bekend. In het eerstvolgende transport van 7 mei 1582 blijkt Hieronymus Verstraeten (ook wel van der Straten) als eigenaar van het halve huis De Rijsel zijn deel over te dragen aan Steven Adriaanss. Huyssen. Deze Steven Adriaanss. Huyssen was reeds eigenaar van de andere helft. Omdat er tussen 1562 en 7 mei 1582 geen andere trans porten zijn gevonden moeten we aannemen, dat er ondershandse verervingen of overdrachten hebben plaatsgevonden binnen de familiekring. De vader van de hiervoor genoemde Hierony mus Verstraten, Mathijs Verstraten was gehuwd geweest met ene Josyna Jansdochter. Was deze laatste misschien een zuster van de vorige eigenaar Adriaan Jansz.? De nieuwe eigenaar Steven Adriaanss. Huyssen was geboren in 1541 en als lakenkoper lid van het kleermakersgilde. Hij komt voor als schepen van Goes tussen 1575 en 1610. Van 1588 tot 1590 was hij burgemeester. Hij overleed op 13 augustus 1610. Op 22 januari 1592 verkopen Steven Adriaanss. Huyssen en zijn oudste zoon Anthony het huis "den Rijsel" en het achter huis "den Sebastiaen" aan Cornelis Adriaanss. Soetwater. Hij was een belangrijk man. Hij zal evenals de vorige eigenaar niet zelf het beroep van waard hebben uitgeoefend. De herberg zal in pacht zijn uitgegeven. Ondanks het feit, dat hij medisch dokter was werd hij in 1594 secre taris van Goes, een jaar later treffen wij hem aan als dijkgraaf van de Watering Bewesten Yerseke. Hij werd als zodanig op 15 oktober 1595 benoemd. Tussen 1597 en 1619 is hij meer dere malen burgemeester van Goes. Hij was de initiatiefnemer in de vroedschap van Goes, op 25 augustus 1614, om de verdronken heerlijkheid Borssele te kopen en te herdijken. Dit voor stel werd aangenomen en nadat hij een grondplan voor het nieuwe dorp Borssele had ontwor pen, ging hij in oktober 1615 dit ter plaatse uitzetten. Hij woonde in een pand aan de Opril van de Grote Markt, dus dicht bij zijn herberg "de Rijsel". Hij is tweemaal gehuwd geweest. Eerst c. 1591 met Maycke de Witte, geboren c. 1571 en kort na het overlijden van hun 6e, pasgeboren kind overleden. Zij werd op 9 augustus 1603 in de Grote Kerk ter ruste gelegd. Op 24 juli 1604 hertrouwde hij met Franchijnken, dochter van Jan Bollaerts. Zij was voordien reeds tweemaal gehuwd geweest. Zij zou haar derde man Corne lis Adriaens. Soetwater, overleden te Goes op 17 september 1619, geruime tijd overleven. Na haar overlijden, begin maart 1639, werd zij ook in de Grote Kerk begraven. Zij was het die met de andere erfgenamen van Cornelis Adriaans. Soetwater het huis en achterhuis verkocht aan de schipper Wouter Bartelssen. Het transport vond plaats op 30 november 1619. Kort voordien, in 1610 wordt de herberg aangeduid als "de Zoutkeet". Uit die tijd is ook de naam van de herbergierster bekend. Dit was de ons verder onbekende Catharina Walckiers. Zij had de herberg gepacht van Soetwater. In genoemd jaar 1610 werd in de Zoutkeet de grote en rijke boedel van de overleden vice- admiraal Anthony van Bourgondië, heer van Wackene, verkocht. Een andere belangrijke gast was de bekende vestingbouwer David van Orliens. Hij vertoefde daar in 1619. Wouter Bartel- sen gaat in de Zoutkeet wonen en houdt daar herberg. Na zijn overlijden in 1625 is zijn weduwe tot 1640 eigenaresse. Voordat wij aan de hand van de belastingkohieren de andere eigenaren in vogelvlucht zullen volgen moet er melding gemaakt worden van een bijzondere traditie, die elk jaar plaatsvond in deze herberg. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1982 | | pagina 11