was. Men kent het beeld dat Huizinga geeft van de stad in het "Herfsttij der Middeleeuwen". "Er was één geluid dat al het gedruisch van het drukke leven steeds weer overstemde, en dat, hoe bont dooreenklinkend, toch nooit verward, alles tijdelijk ophief in een sfeer van orde: de klokken. De klokken waren in het dagelijksch leven als waarschuwende geesten, die met be kende stem dan rouw, dan blijdschap, dan rust, dan onrust kondigden, dan opriepen, dan ver maanden. Men kende hen bij gemeenzame namen: de dikke Jacqueline, klokke Roelant;men wist de beteekenis van kleppen of luiden. Men was ondanks het overmatige klokgeluid niet verstompt voor den klank." (5) In de dorpen zal een enkele klok alle funkties vervuld hebben. Dat van deze weelde betrekkelijk weinig bewaard is gebleven is begrijpelijk; vroege exemplaren zijn zeldzaam. Het Rijksmuseum te Amsterdam bezit de oudst bekende gedateerde klok in Nederland; ze is afkomstig uit de Ned. Hervormde Kerk van Hekelingen en draag als opschrift: CHRISTIIANUS ME FECIT ANNO DOMINI MCCLXXXV MENSE JUNII. Uit dit randschrift blijkt dus, dat een zekere Christiaan de klok heeft gegoten in het jaar des Heren 1285 in de maand juni. Groter is het aantal zestiende, zeventiende en achttiende- eeuwse klokken. Tot diep in de achttiende eeuw - en in tegenstelling tot de huidige tijd - waren er talloze klokken gieters, die overigens met dezelfde animo ook geschut goten. De oudste klok in Nederland met randversiering. Foto J. de Ruiter. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1979 | | pagina 12